Maandagmiddag, in Zuidwolde. Na een bezoekje aan mijn huisarts rijd ik langs het Boterdiep terug naar Beijum, en besluit te stoppen bij de broodboetiek , die daar langs de weg ligt.
In de voortuin staat een man te werken. Ik vraag hem of de boetiek open is: “nee, alleen op dinsdag, donderdag, vrijdag en zaterdag, van 8.30-13uur” . Jammer: ik had wel zin in een ambachtelijk gebakken brood.
Teruglopend naar mijn auto struikel ik bijna over een steen, waarvan het ook de bedoeling is dat je er “over struikelt”, namelijk een zogenaamde Stolperstein (Op 9 december 2016 gelegd, zie hier; JF). Dat is een met een koperen plaatje bedekte straatsteen, een idee van een Duitse kunstenaar en inmiddels in heel Europa te vinden. Zo ook –bijvoorbeeld- in Rome, waar vlakbij mijn vaste hotelletje een aantal van die Stolpersteine ligt. En dichter bij huis, voornamelijk in en nabij de Groninger Folkingestraat. De Stolpersteine herinneren namelijk aan slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog, die gewoond hebben in het huis waarvoor er zo’n steen in de straat of stoep ligt.
Ik dacht altijd dat het om Joodse slachtoffers van de Nazi’s ging, maar hier, in Zuidwolde, gaat het om door de Duitse bezetter gegijzele burgers.Bij deze broodbotiek – om precies te zijn – gaat het om Klaas Havinga, die hier tot zijn dood (op 25 april 1944) woonde.
Havinga (veehandelaar en slager) was opgepakt in het kader van een wraakactie van de bezetter, die volgde op de moord op een politieman in Bedum. Deze politieman stond op het punt een aantal arrestaties te verrichten, en moest dat plan met de dood door kogels uit de geweren van het verzet bekopen. Als wraak pakten zo’n duizend man aan politieagenten en militairen op 25 april 1944 in de gemeente Bedum, in Zuidwolde en omliggende plaatsen, een groot aantal mannen op.
De Zuidwoldenaren worden bijeen gedreven bij wat nu café Moeke Vaatstra is. Ze worden gedwongen om daar een groot aantal kniebuigingen te doen, en één van de mannen (een bakkersknecht) slaagt daar niet in. Prompt wordt hij meegenomen het café in, en daar ter plekke doodgeschoten. De anderen worden in auto’s geladen en weggevoerd.
Havinga wordt ergens tussen Wetsinge en Winsum uit de auto gehaald, en ‘op de vlucht doodgeschoten’: van achteren geliquideerd dus. Ook vier andere mannen uit Zuidwolde overleven deze razzia niet. Een ongewoon hoog aantal slachtoffers in zo’n klein dorp….de gemeenschap zo dichtbij wat later onze wijk zou worden is zwaar getroffen.
Kleinzoon Havinga vertelt me dit verhaal, terwijl ik eigenlijk gewoon een broodje in zijn boetiek had willen kopen. De oorlog kwam even heel dichtbij, dankzij een Stolperstein.
Han Borg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten