Op 11 december maakte ik nog maar weer eens een rondje over
de tuinen van De Wiershoeck en de Schoolwerktuin, er viel niet veel te beleven.
De voorgaande dagen had het af en toe gesneeuwd en alles was nog bedekt met een
paar centimeter sneeuw.
Sneeuw is een vorm van neerslag die bestaat uit
ijskristallen. In Nederland valt gemiddeld op ongeveer 30 dagen per jaar
sneeuw, maar heel wat jaren gaan voorbij zonder sneeuwval van betekenis. Dat
was wel anders in januari 1987, toen viel er op Terschelling tot circa 80 cm,
de grootste sneeuwhoogte in Nederland. Maar dat is nog niets vergeleken met de
hoeveelheid sneeuw die in één jaar (van 19 februari 1971 tot 18 februari 1972)
viel in Paradise op Mount Rainier in de staat Washington (Verenigde Staten).
Daar viel toen meer dan 31 m sneeuw, dat is de grootste hoeveelheid sneeuw die
ooit in een jaar in een gebied viel.
Het vriespunt van water is 0 graden Celsius, maar “sneeuw”
ontstaat pas bij een temperatuur van meer dan 10 graden onder nul. In grote
cumuluswolken vormen zich dan ijskristallen doordat waterdamp verrijpt. Het
ontstaan van een ijskristal begint met een stofdeeltje. Het kan zout, zand, een
kleideeltje, vulkanische as of industrieel stof zijn. Hieraan hechten de
watermoleculen zich als kristalletjes. Deze kristalletjes kunnen allerlei
vormen hebben, maar ze zijn altijd zespuntig (hexagonaal). IJskristallen zijn
heel klein, maar een paar tientallen ijskristallen bij elkaar vormen een
sneeuwvlok. Die sneeuwvlok kan door het lage gewicht lang in de wolk blijven
hangen, maar als de vlok maar groot genoeg wordt, en/of in een stevige
daalstroom terecht komt, zal de vlok vallen. Daar waar de lucht in de hele
luchtkolom (zowel in de wolk als onder de wolk) onder nul is, hebben we aan het
aardoppervlak sneeuw. Als de lucht in de onderste honderden meters boven nul
is, wordt het regen. Uiteraard zijn er nog meer mogelijkheden. Zo kan een vlok
of drup weer in een opwaartse luchtstroming terecht komen en opnieuw bevriezen
in de wolk. In dat geval ontstaat er hagel.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten