donderdag 24 maart 2022

GENIETEN VAN BEIJUM EN KARDINGE (ingezonden column)

 Ik heb een column geschreven waarin ik  beschrijf hoezeer ik geniet van Beijum en Kardinge.

(Tekst + afbeelding opgestuurd door Ursula Fennema)

Fietsen naar het werk

Een blond meisje doet een dansje naast haar fiets. Scholieren in de vroege ochtend. Muziek schalt uit een zwarte rugzak. Startpunt is de oude Stadsweg, naast het bos. Een eeuwenoud pad, voormalige handelsroute naar Groningen.

Ik werk als trajectcoach met jongeren in Beijum-Oost. Van alle fietstochten naar werkplekken is dit de allermooiste. Van het rustige dorp naar de rand van de stad met haar reuring. Het beste van twee werelden.

September. De middelbare schooljeugd in groepjes of tweetallen. Een snelle fiets op weg naar kantoor, broodbak onder de snelbinders, schouders naar voren, de blik op haast. Een jong moedertje komt me tegemoet, kind voorop, kind achterop. Een excentriekeling met lange grijze manen op een oude racefiets groet met een plechtig goedemorgen.

Wie op vaste tijden fietst ontwikkelt vaste groetcontactjes.

Ik haal twee meisjes in. De een heeft paars haar, de ander draagt een hoedje. Paars haar en hoedjes maken de wereld vrolijker. Ik luister. Een gesprekje over cupcakes. Wat is jouw record met cupcakes eten? Jaloersmakend dialoogje. Slingerende tienerjongens, gniffelend. En altijd een jongen zonder jas, zwart T-Shirt, nooit koud.

9.5 kilometer, een half uurtje trappen. Bospad, B-weggetje, het Boer Goensepad. De bermbegroeiing  maakt dat smalle pad nog enger. Wat te doen bij een tegenligger? Oogcontact. Wie wijkt, wie stopt. Hoe fijn het is te zeggen: ga je gang.

Inmiddels in Kardinge. 280 Hectare groen met water. Walhalla voor natuur- en sportliefhebbers. Langs wuivend riet en zwaaiende populieren. Geluid van ritselende bladeren. De klimtoren glimt. In de verte d’Olle Grieze. Wandelaars, honden, een stille fotograaf. Ontwakende stad.

Gemiddelde opbrengst van een dagje trappen: drie reeën, een buizerd, twee ooievaars, een groepje zilverreigers, een magere haas, Knobbelzwanen, ganzen, Schotse Hooglanders. Opvallend: als het peddelen zwaarder gaat, komt er ineens wat moois op je pad: vorige week dansende Groenlingen; groengele vogeltjes. (Ik heb dit opgezocht.)

Wibenaheerd. Bijna op het werk. Een basketballer van Donar stapt in zijn auto. Bijzonder: boomlange Amerikanen gehuisvest in kleine appartementen en rondrijdend in Mini-Coopers. Bob Marley klinkt luid uit een auto, de kinderopvang opent haar deuren, bij de bushalte kijken mensen op hun mobiel. Man in FC Groningen-shirt neemt plaats op zijn balkon. Een buschauffeur knikt.

Laatst had ik wat aparts. Op de terugweg richting Lewenborg. Knul (19, 20?) haalt me in. Op flirterige toon zegt hij hallo zeg. Hij passeert, we hebben oogcontact. Abrupt ongemak op zijn gezicht, verontschuldigend handgebaar. ‘Ach, sorry mevrouw, ik dacht dat u een meisje was.’

Zo beleef ik mini-avonturen op mijn fiets waarover ik bij het avondeten uitgebreid verslag doe. Maar niet voordat ik eerst een kwartier languit op de bank heb gelegen. Ook dat is fietsen naar het werk.

Geen opmerkingen: