FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (104)

In de zomer zie je veel door insecten aangevreten bladeren. Rupsen kunnen planten helemaal kaal vreten, maar behangersbijen “knippen” stukjes uit een blad en bekleden daar hun nestgang mee, zodat er een kokertje ontstaat waarin ze een mengsel van stuifmeel en nectar en een ei deponeren. Veel insecten leggen hun eitjes op of in het blad. De larven die uit die eitjes tevoorschijn komen hoeven niet op zoek naar voedsel. Het blad waarop / waarin ze zijn geboren is hun voedsel. Soms wordt alleen de boven- of onderlaag van het blad opgegeten, soms wordt het blad tussen de nerven van het blad volledig geconsumeerd en blijft alleen het “skelet” van het blad over (dat noemt men skeletteren). Maar er zijn ook insectenlarven die “mijngangen” graven in het blad. Een blad bestaat uit meerdere lagen. “Bladmineerders” vreten het bladweefsel tussen de boven- en onderlaag van het blad, waardoor er “bladmijnen”ontstaan. Dat kunnen gangetjes of blaasjes zijn.

Niet alle struiken en bomen zijn bladverliezend. Daardoor kunnen we ook in de winter deze bladmijnen en andere vraatsporen nog zien. De skimmia (links) is een groenblijvende heester. Het blad van de beuk (rechts) verdort wel, maar ook in de winter heeft een beukenhaag nog volop blad. De in de zomer veroorzaakte vraatsporen zijn daardoor ook nu nog duidelijk zichtbaar.

Een blad is over het algemeen vrij dun, het formaat van een mineerder is daarmee uiteraard in overeenstemming. Zo’n larve kan nooit veel duidelijke kenmerken hebben en toch kan een deskundige meestal wel zien welke larve de “mijn” heeft gemaakt. In Europa komen ongeveer 2500 soorten bladmineerders voor en in Nederland 800. Veel soorten leven op één bepaalde plantensoort en de mijnen hebben hun eigen specifieke kenmerken. De plaats van de mijn in het blad is zo’n kenmerk (onderzijdig, bovenzijdig, of “voldiep”, d.w.z. de gehele bladdikte in beslag nemend. Maar ook de vorm (gang, blaas, of blaas voorafgegaan door een gang), en de wijze waarop de uitwerpselen in de mijn liggen zijn van belang bij het determineren van de mineerder. Ik vind het maar een knap stukje werk, zowel van de mineerder als van de deskundige.
(bron: www.bladmineerders.nl )

Foto + tekst: Luit Staghouwer