Veel inwoners van Beijum bezochten een tijdje geleden het Groninger Museum, speciaal in verband met de tentoonstelling van glaskunstenaar Chihuly. Een slimme zet van de directie van het museum: zo krijg je vast ook veel mensen over de vloer die anders weinig of nooit in een museum komen, en voor wie de drempel misschien nu wel een stukje lager ligt.
Zelf ben ik wel een museumbezoeker, ook al ga ik niet naar alle tentoonstellingen in het Groninger Museum. David Bowie heb ik bijvoorbeeld gemist: het kwam er gewoon niet van. Maar tentoonstellingen in een verder verleden herinner ik me nog als de dag van vandaag: die over het Russische landschap bijvoorbeeld, of - vergelijkbaar, maar absoluut nog spectaculairder - die over de Russische schilder Repin. Van het werk van die laatste hangen topstukken in zowel musea in Moskou als in Sint Petersburg, en dat ze die aan ‘ons’ hebben uitgeleend mag werkelijk een groot wonder heten. Alsof ‘we’ zo maar gemakkelijk een Vermeer of één van de betere Rembrandts uit zouden lenen.
Franse musea zijn vaak wat stoffig en stijf. Gelukkig zijn er uitzonderingen op die regel. In Parijs heb je het in een oud treinstation gevestigde Museum van de Quay d’Orsay, met supermooie schilderijen van alle Franse impressionisten en expressionisten. Manet, Monet, Renoir.....noem ze maar op. En het Museum van de Quay Branly vond ik ook fantastisch: een reis door de wereld buiten Europa en de VS...een supermooi Volkenkundig Museum.
In de buurt van waar ik nu verblijf, in het zuidoosten van Frankrijk, zijn de laatste jaren enkele heel bijzondere archeologische musea geopend. Zo is er in de stad Arles (bekend van Vincent van Gogh) een museum even buiten de stad gebouwd, waar de vondsten uit het dal van de Rhône op waarlijk mooie wijze staan opgesteld. En vorige week bezocht ik met mijn zusje het gloednieuwe Museum van de Romeinse Wereld in Nîmes, een stadje waar ik me sowieso al heel lang thuis voel. Nîmes is vooral bekend vanwege het zogenaamde Maison Carrée, een zeer onlangs geheel gerestaureerde, gave Romeinse tempel. En daar dichtbij ligt dan ook nog de zgn. Arènes, het oude amfitheater (zeg maar: Colosseum) van Nîmes, waar vroeger beesten tegen beesten, beessten tegen mensen, en mensen tegen mensen een strijd van leven op dood voerden. Nu vinden er nog stierengevechten plaats: gelukkig minder bloedig dan in Spanje, maar ik blijf het iets vinden waar ikzelf zeker nooit naartoe zal gaan.
En dichtbij die Arènes werd in juni vorig jaar het nieuwe Archeologisch Museum van Nîmes geopend. Architectonisch al een juweel, maar mensen: wat een prachtige collectie voornamelijk Romeinse vondsten. Ik heb er rondgelopen als in een snoepdoos....een absolute aanrader, voor wie eens in deze streek komt.
Han Borg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten