Bij mijn speurtocht door het labyrint op de Schoolwerktuin kwam ik op de paarse dovenetel een wants tegen (rechtsboven). Het was duidelijk nog een nimf (jonge wants) want hij heeft nog geen vleugels. Het is niet ongebruikelijk dat jonge wantsen er totaal anders uitzien dan hun volwassen soortgenoten. Zo’n mooie zwart-witte jonge wants had ik al wel eerder gezien, maar er ging bij mij niet direct een lichtje branden. Even later kwam ik op een ander familielid van de dovenetel tientallen jonge exemplaren van deze wants tegen. De meeste wantsen zaten in de restanten van de uitgebloeide bloemetjes (d.w.z. ik denk dat het restanten van uitgebloeide bloemetjes zijn). Ik zag “grote” en nog hele kleine jonge wantsen. Zo te zien was er geen duidelijk verschil in uiterlijk en dat is bij meerdere andere soorten wel anders.
De dovenetel (er zijn ongeveer 40 soorten) is een lipbloemige en is geen familie van de brandnetel. Hij heet dovenetel omdat hij wel wat op de brandnetel lijkt maar "doof" is wat betekent dat hij geen stekelige haren heeft. De dovenetel geeft nectar en stuifmeel en wordt bezocht door vlinders, hommels en bijen.
Er zijn verschillende soorten gekweekte dovenetels die uitstekend geschikt zijn om een plekje in de tuin te krijgen. De kleuren van de bloemen kunnen variëren van zachte roze tot paarsachtig maar er zijn ook gele soorten. De gevlekte dovenetel heeft daarnaast ook nog gevlekte bladeren zodat ze ook zonder bloem zeer decoratief kunnen zijn. Hoewel de gekweekte soorten tuinplanten zijn komen we ze ook buiten de tuin regelmatig tegen. Zij zijn dan de tuin ontsnapt en hebben elders een plekje gevonden. We noemen zo'n plant ook wel een "tuinvlieder". Dit kan doordat ze door mieren zijn verspreid. Aan het zaad zit een zogenaamd mierenbroodje dat door mieren wordt gegeten. De mieren nemen dus het hele zaadje mee, eten het broodje op, en het zaad krijgt kans om een nieuw plantje te worden. De meeste gekweekte soorten dovenetel geven minder nectar en stuifmeel dan de wilde planten.
Maar welke wants zat er op de dovenetel? Thuis op de computer tikte ik de zoekopdracht “dovenetelwants” in en het was meteen bingo. Op de eerste de beste site zag ik een foto van zowel een jonge als een volwassen wants.
Ruim een maand geleden (28 mei) maakte ik de foto van een volwassen dovenetelwants (rechtsonder). De dovenetelwants is “tweekleurig” en heet daarom officieel dan ook Tritomegas bicolor. De volwassen wants is 5 tot 7 millimeter lang. Het lichaam is erg rond en vrij bol, de kleur is zwart met aan weerszijden van de rug twee witte streep-achtige vlekken. Vanwege het ronde, glanzende lichaam doet de wants denken aan een kever. Onder de voorvleugels zitten de vleugels die er aan de achterzijde iets uitsteken. Hiermee kan gevlogen worden, zelfs vanuit stilstand. De dovenetelwants is een nuttige soort die andere insectenlarven eet zoals larven van zaagwespen. Deze soort komt in grote delen van Europa algemeen voor, ook in Nederland en België.
De nimfen zijn nog iets ronder en boller en hebben wat gelere vlekken. Ook de nimfen zijn al direct echte roofdieren en geliefd bij onder andere rozenkwekers vanwege de eetgewoonten.
(info: http://www.bijenlint.nl/)
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten