Hoogtevrees
Ik
heb zelf niets met hoogtes en dan bedoel ik hoog in de lucht. Het is
al eens eerder aan de orde geweest. Een vliegtuig krijg je mij niet
in en ook niet in een luchtballon.
Nu las ik een bericht op het
plaatselijk nieuws dat er kon worden gedineerd in de Martinitoren te
Groningen. Man, dat is ja wat, bijna honderd meter hoog. Die trap
waarmee je naar boven moet, tree voor tree. Ik geloof best dat de
mensen die daar hebben gedineerd een prachtig uitzicht hadden over de
stad, vanuit de zoals ze de toren ook wel noemen, d’Olle Grieze. Ze
willen er een filmzaal op 45 meter hoogte in maken d.m.v. een
crowdfundingactie. Dit diner was een actie van “de smaak van stad”
en wat hebben ze dat doordacht aangepakt. Het eten werd beneden
voorbereid en door runners naar boven gebracht in kleine boxjes,
vanwege de smalle trap. Boven werden de borden opgemaakt, dat moest
ook wel anders werd het vast een ratjetoe op je bord door al dat
gewiebel op de trap. Die runners moeten wel in top conditie zijn
lijkt mij en dat doet mij denken aan de 3 mijl… Hoeveel traptreden
zal één runner onder zijn voeten hebben gehad die drie dagen?
Top actie! Ik zie het dan net voor mij als de Euromast in Rotterdam. Alleen die draait langzaam rond en is 185 meter hoog en op 100 meter hoogte heb je het uitkijkplatform, waar mijn maag harder draait dan het platform zelf.
Je zoeft naar die hoogte met de lift in 30 seconden. ‘d Olle Grieze moet je beklimmen.
Ik
neem jullie even mee in mijn jeugdperiode. Toen ik een jaar of 8 was
en ik logeerde bij mijn familie in Wirdum, waren daar net de boompjes
geplant en smalle paadjes aangelegd. Op de crossfietsjes raceten we
daar en vlakbij het landgoed Ekenstein was een berg. Een hoge berg in
mijn ogen en voelde mij stoer dat ik daar bovenop durfde te staan.
Als ik echter om mij heen keek, leek het net of alles begon te
draaien.
In de winter, als er sneeuw lag, gleden we daar gillend met een slee vanaf. De Sint Bernard ‘Wodan’ bracht de slee weer naar boven. Mijn neven waren zo lief om mij op de slee te laten zitten, achter de hond. Zo hoefde ik niet telkens weer omhoog te lopen.
Jaren later kwam ik er weer eens langs en de boompjes waren groot geworden en die berg? Dat bleek gewoon een bult te zijn.
In de winter, als er sneeuw lag, gleden we daar gillend met een slee vanaf. De Sint Bernard ‘Wodan’ bracht de slee weer naar boven. Mijn neven waren zo lief om mij op de slee te laten zitten, achter de hond. Zo hoefde ik niet telkens weer omhoog te lopen.
Jaren later kwam ik er weer eens langs en de boompjes waren groot geworden en die berg? Dat bleek gewoon een bult te zijn.
Ik
wil niet zeggen dat ik echt hoogtevrees heb ofzo, maar ik ontwijk het
liever. Mijn moeder bijvoorbeeld, die woont op de elfde verdieping
van zo’n stapelhuis en als ik daar op het balkon sta, dan draait
mijn maag zeven slagen in de rondte.
Mensen met hoogtevrees zijn vaak bang om te vallen. Iedereen wordt met deze angst geboren, het is gewoon je boerenverstand die zegt dat het (te) hoog is… Niets van aantrekken dus. Dat is wat ik ook probeer en helaas steeds faliekant mislukt.
2018©Vlindertje73
Geen opmerkingen:
Een reactie posten