maandag 30 augustus 2010

VERSLAG VAN DE EXCURSIE DOOR KARDINGE




Tineke van Hessen stuurde foto's op van de excursie in het Kardingepark, vandaag precies een week geleden. Ze schreef er onderstaande tekst bij:
NDE-excursie:
Wilde planten in Kardinge,
Zondag 22-8-2010, 13.30 u. – 16.00 uuur, Tineke van Hessen/Arnold Voerman

Zestien mensen stapten op de fiets, afgelopen zondagmiddag, om op zoek te gaan naar de bloeiende wilde planten in Kardinge. Er valt steeds meer te beleven in het jonge dynamische natuurgebied, ook aan simpele dingen als bloemvormen, zaden, insecten.
We beginnen bij een sloot met krabbescheren(waterplanten), waarop de vrouwtjes van de groene glazenmaker (libelle) druk doende zijn hun eitjes af te zetten.
Daarna verder over de dijk, waar tientallen witte voetballen in de bermen liggen: reuzenbovisten, (buikzwammen) die om de paar jaar massaal hun dikke ronde koppen boven het maaiveld steken.

In de oever van een slootje bloeit de zwanebloem. De van dieproze naar bijna wit verkleurende bloemen proberen de nodige graafwespen te verleiden om hun stuifmeel op de juiste plaats te deponeren.
Verderop, langs de bosrand staan nog wat restanten van de zojuist afgemaaide heelblaadjes, Pulicaria Dysenterica. Een plant die vroeger een heilzaam effect op darmstoornissen werd toegedacht. Er komen heel wat insecten op af, maar de heelblaadjes hebben die niet nodig om bestoven te worden: ze beperken hun voortplantingssysteem tot de vorming van worteluitlopers. Heel langzaam breiden ze zich uit, vanuit de kustgebieden het vasteland op.

Hoofddoel van de excursie is het gebied rond de molen, waar je de grootste biodiversiteit vindt. Niet alleen het aantal plantensoorten is hier groot, ook qua vogels en insekten valt hier veel te genieten.
Als we langs de sloot lopen, om de bloemvorm van lipbloemigen als wolfspoot, watermunt en glidkruid onder de loep te nemen, komt de molenaarsvrouw naar het hek.
Ze vertelt over de vogels in de omgeving: helaas geen ijsvogeltjes meer dit jaar. Ze hebben de lange koude winter niet overleefd. De blauwborst bleek daar beter tegen bestand te zijn. Dit jaar heeft hij weer gebroed, zo dicht bij de molen dat hij van daaruit dagelijks te zien was.
We staan te kijken naar een Grote Keizerlibel die over de sloot scheert, als er ineens wolken vogels opvliegen boven de oostelijke akkers en weilanden. Spreeuwen en kieviten, opgeschrikt door een roofvogel denkt Arnold Voerman (beheerder van het Bezoekerscentrum). En ja, even later zien we de havik overvliegen die de consternatie heeft veroorzaakt. Hij steekt scherp af tegen de donkere westelijke hemel, waar zware buien dreigen.

Intussen zit een deel van de excursiegangers te vissen bij een van de slootjes. Het krioelt er van de beestjes. Twee jongens, toevallige passanten, hebben zich bij hen aangesloten. We bekijken de vangst, en dan maar gauw inpakken. Het is kwart voor vier, tijd voor de terugtocht.
Langs de dijk staan schermbloemen als wilde peen, pastinaak en kleine bereklauw in overvloed. En ook de ratelaar bloeit hier en daar nog. We vinden een paar uitgebloeide exemplaren die kunnen laten horen waar de plant zijn naam aan te danken heeft.
En dan moeten we opschieten om nog voor de bui losbarst terug te zijn in het bezoekerscentrum
.

Geen opmerkingen: