woensdag 30 mei 2018

BEIJUMBORG (116)



Sommige lezers zullen zich nog herinneren dat twee jaar geleden mijn echtgenote overleed. Zoiets brengt natuurlijk een enorme verandering in het leven teweeg, want als je -zoals wij - meer dan 35 jaar samen bent geweest, dan valt er zogezegd toch wel een behoorlijk gat in je bestaan. 

Als afscheid kozen we destijds voor een crematie, ook al waren we er erg lang van overtuigd geweest dat begraven (liefst op een natuurbegraafplaats) toch wel de beste gelegenheid bood om voor nabestaanden een 'plek van herinnering'  te vormen. Dat laatste zal voor velen zo zijn: wie bijvoorbeeld in de dagen rond 2 november (Allerzielen) een katholieke begraafplaats bezoekt, ziet daar ontelbare bolchrysanten in bloei staan: allemaal getuigen van herinnering aan de dierbaren die 'ons voorgingen', zoals de pastor dat zo mooi pleegt te zeggen. 
Ook mijn eigen ouders zijn begraven, en jaarlijks onderneem ik de reis naar het Twentse plaatsje waar dat gebeurde, om hun graf te verzorgen, er een bloemetje neer te zetten, en even te controleren alles nog op orde is. Vreemd genoeg is het voor mij niet de plek gebleken waar ik speciaal nog iets van hun aanwezigheid ervaar. Dat laatste zit toch vooral in mijn hoofd, en blijkt niet plaatsgebonden. 

Vermoedelijk is dat anders voor het Waddeneiland, waar we het afgelopen weekend naartoe gingen om er de as van mijn echtgenote te verstrooien. Kennelijk was dit echt een geschikt weekend daarvoor, want onafhankelijk van elkaar kreeg ik twee andere Facebookberichten van kennissen, die hetzelfde met de as van hun beide dierbaren in hetzelfde gebied hadden gedaan. 

Mijn dochters zochten een geschikte plaats uit, en één van hen (niet voor niets is ze juriste) had uitgezocht dat deze plek volgens de Algemene Politie Verordening ter plaatse daarvoor gebruikt mocht worden. Zolang er maar niet op het (schaarse) asfalt of (onbetaald) op de lokale begraafplaats van dit eiland gestrooid werd mochten we onze gang gaan, aldus de APV. En zo kwam het dat we zaterdagmiddag met ons 12-en (plus kleinkind in het fietsstoeltje) op de fiets naar een mooie plek peddelden (de stevige noordoostenwind in de rug!), en daar letterlijk de as verstrooiden van degene, die ons allemaal zo dierbaar was. En wat ik nu erg vreemd vind, is dat deze plek voor mij voor altijd een plaats zal zijn waar ik haar aanwezigheid zal blijven voelen, ook al is ze er letterlijk verwaaid met de wind.

Deze eenzame boom zal een teken van haar zijn, in dierbare herinnering. 

Han Borg

Geen opmerkingen: