Twee onvruchtbare, zich nog
ontwikkelende, stengels van heermoes, met op de achtergrond vaag herkenbaar een
stengel met “bladeren”.
Zowel in het “wild” als op
veel tuinen kun je deze opvallende plant tegenkomen. Heermoes behoort tot de
oude primitieve familie van de paardenstaarten. Bij deze planten worden nog
geen bloemen en zaden gevormd, maar gaat de voortplanting via sporen, net als
bij mossen en varens. Soortgenoten groeiden in het Carboon (ongeveer 320
miljoen jaar geleden) uit tot tientallen meters hoge “bomen” die grotendeels de
huidige steenkoollagen vormden. Tijdens het tijdperk van de dinosauriërs kwam
deze plantengroep zeer algemeen voor.
Heermoes is een overlever en
was de eerste die na de uitbarsting van de vulkaan Mount St. Helens (Vereningde
Staten -18 mei 1980) weer vaste voet op de hellingen kreeg. Ook op industriële
terreinen met zware vervuiling of uitgeputte en zwaar samengepakte grond is de
plant vaak de eerste die komt of de laatste die verdwijnt.
Paardenstaarten zijn
gemakkelijk te herkennen aan de gelede structuur van hun stengels en
kransstandige zij-assen. Daardoor zijn zowel stengels als "bladeren"
gemakkelijk in de lengterichting uit elkaar te trekken. Op elke overgang van
twee leden, een zogenaamde knoop, bevindt zich een krans van vergroeide
schubben met tanden, de schede. Deze schubben vormen eigenlijk het equivalent
van de bladeren bij hogere planten. Ook staat op de knoop een krans van
zijtakken.
Heermoes is een van de
algemene soorten uit de Paardenstaartenfamilie. Deze overblijvende soort vormt
een groot stelsel van wortelstokken ondergronds, waardoor heermoes als het zich
eenmaal gevestigd heeft zeer goed kan handhaven in akkers, bermen maar ook in
tuinen en dan vaak beschouwd wordt als een ongewenste gast.
Heermoes maakt vanuit de
wortelstok twee typen spruiten. Allereerst vroeg in het voorjaar de bladgroenloze,
geelbruin blijvende stengels. Bovenop deze tot 30 cm hoog wordende stengels
ontwikkelt zich de ongeveer 4 cm grote sporenaar. In deze sporenaar zitten
zeshoekige schildjes waaronder de sporendoosjes hangen, waaruit de sporen te
voorschijn komen. Nadat de sporen gerijpt en uitgezaaid zijn sterven de
fertiele (vruchtbare) stengels af, en verschijnen de bekende groene
“dennetak-achtige” stengels.
Heermoes is lastig te
bestrijden. De wortelstokken kunnen tot 3 m diep groeien, breken gemakkelijk en
slaan tijdens de groei een voedingsvoorraad op. Bij schoffelen of ploegen
worden de wortelstokken tot stukjes kleine wortelstokjes gemaakt die opnieuw
zullen uitlopen. Heermoes wordt daarom ook wel “akkerpest” genoemd.
(Info: stadsplantenbreda.nl –
Wikipedia - annetanne.be)
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten