De morgensterren behoren, net als de paardenbloemen, tot de composietenfamilie. Het belangrijkste kenmerk van deze familie vormen de sterk gereduceerde bloemen: de lintbloemen. Deze staan bijeen in zogenaamde bloemhoofdjes, die vaak voor bloemen worden aangezien. “Met één zo’n bloem haal je dus in feite een hele “bos” bloemen in huis.”
De plant dankt haar naam aan het feit dat ze 's morgens bloeit en zich in het begin van de middag weer sluit, ook als het prachtig weer is. In Engeland wordt de morgenster daarom ook wel “Jack-go-to-bed-at-noon” genoemd.
De gele morgenster kan tot 90 cm hoog worden en het is een vaste plant (twee- of meerjarig), die bloeit in de maanden mei t/m juli. Een uitgebloeide morgenster lijkt op een grote uitgebloeide paardenbloem. De zaadjes hangen aan pluisjes die door de wind worden verspreid.
De gele morgenster komt van nature voor in Midden-Azië en het grootste deel van Europa. Intussen is de plant ook ingeburgerd in Amerika en Nieuw-Zeeland.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
(Bronnen: nl.wikipedia.org en wilde-planten.nl)
(Bronnen: nl.wikipedia.org en wilde-planten.nl)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten