zaterdag 18 juni 2011
WINKELKARREN HOREN ER HELEMAAL BIJ IN BEIJUM
Het thema winkelkarren is in Beijum eigenlijk al genoeg uitgemolken. Ook hier. Door de bocht gezegd: iemand die geen ijzeren exemplaar in de tuin of in de schuur heeft staan hoort er eigenlijk niet bij. Je kunt er over blijven jammeren en toeteren, maar het hoort zo langzamerhand bij het meubilair in de wijk. Geen winkelkar in de Zuidwending? Is toch erg onwennig. Een wijkring zonder een kar? Kaal. Geen verdwaald exemplaar te zien op Plein Oost? Extra doods en saai. Nee, ze zijn gewoon geintegreerd in het Beijumer straatbeeld. Soms met schutkleur en al. We moeten ze gewoon accepteren. Hier aan de Toppingaheerd, zie foto, heeft iemand twee winkelkarren helemaal in de geest van Beijum neergezet. In de groenste wijk van de stad tuig je ze gewoon op met groen. Is dat nou zo moeilijk? Het wachten is op Pand49. Wanneer gaan onze kunstenaars iets met verdwaalde winkelkarren doen? Kom op jongens, meest meiden: een expositie van winkelkarren in de wijk, kan dat ene keer? Dit zijn toch ook kunstkarren? Ze hebben een schutkleur en daarom vallen ze amper op. Kom op NLA-team, elke Beijumer een eigen winkelkar. Hoe duur is dat?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Deze kar is veregeweek gevuld doer de fietsenmaker die achter het winkelcentrum fietsen repareed in de schuur hij heeft de bosjes gesnoei bij zijn wogen bij de zwate bakken van de gemeente dus zo kom je er ook af ik bel de gemeente hier wel even voor op
Wat een woordenbrij...
Een reactie posten