woensdag 4 mei 2011

OORLOGJE SPELEN IN VREDESTIJD

Voorafgaand aan het slaapfeestje van afgelopen weekend, zie blogbericht van afgelopen maandagavond, gingen de vijf mannen op zondagmiddag op eigen initiatief eerst oorlogje spelen op de Kardingerheuvel.

Elkaar doodschieten, in een hinderlaag lokken, coalities vormen, elkaar te grazen nemen, het geweer of de revolver ontfutselen, krijgsgevangen maken, etc. Uw blogger was er allemaal getuige van.

Op de onderste foto ziet u de Beijumer soldaten uitrusten terwijl hun oorloggereedschap op een bank naast hen ligt bij te komen. Vanavond worden de gesneuvelden uit de 2e wereldoorlog herdacht. Daar is vanzelfsprekend niks speels aan, al herinner ik me een poster uit de zeventiger jaren waarop stond: Stel je voor, het wordt oorlog en er gaat niemand naar toe.

Ondergetekende heeft wel eens onderzoeken gelezen die te maken hebben met een behoefte aan oorlogvoering. Elk nadeel schijnt z'n voordeel te hebben, ook in het geval van oorlog. Zo wordt de saamhorigheid in een gemeenschap groter tijdens oorlogstijd, en is er een spectaculaire daling van het zelfmoordcijfer. Je hebt in de oorlog iets om voor te vechten, namelijk je leven. Op http://www.militair.net/ staat dit:
Oorlogen ontstaan uit een behoefte en meestal wordt deze behoefte gekenmerkt door machtsvergroting. Er zijn echter ook andere redenen om oorlogen te voeren. Zo kon het bijvoorbeeld in de steentijd voorkomen dat stammen tegen elkaar ten strijde trokken om groter voedselgebied te krijgen of om op hoger gelegen terrein te komen wanneer overstromingen dreigden. Deze oorlogen en gevechten zijn vrij gemakkelijk te doorgronden en ook de technologieën zijn meestal niet complex. De meeste oorlogen die in het begin van de mensheid ontstonden waren gericht op het vergaren en het verzekeren van basisbehoeften, zoals eten en veiligheid.
Hoe dieptepsychologisch moet ik het gedrag van onze Beijumer jongens benaderen? Ik maak wel eens meisjesverjaardagen mee, de meiden zouden er niet over peinzen om oorlogje te gaan spelen. Zit het bij jongens en mannen in de genen? In het oerinstinct? Zie ze daar zitten, het zijn allemaal schatten van jongens, er zit wat mij betreft geen kwaad in.

Oorlogje spelen is spannend en opwindend. Ze hebben een hekel aan zaken die saai zijn, nee, dan liever op leven en dood vechten.
Ik herinner me de tijd van "het gebroken geweertje," een pacifistische tegen geweld en oorlog. Het idee om jongens te verbieden om oorlogje te spelen en met geweertjes te spelen vierde hoogtij. Maar het verbieden hielp niks, in tegendeel, het wakkerde de nieuwsgierigheid naar oorlog en geweld alleen maar aan. Alles wat verboden is oefent nu eenmaal aantrekkingskracht op mensen uit.

Wat moet je er verder van zeggen? We mogen onze bevrijders dankbaar zijn dat deze vijf jongens in alle onschuld in vredestijd, in mei 2011, oorlogje kunnen spelen.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

*'Lust, plundering en wraak behoren niet voor niets tot de oudste drijfkrachten achter de oorlogsvoering.'
Wolfgang Sofsky (1952), Duits Socioloog

Anoniem zei

Het verschil tussen jongens- en grotemensenoorlogen is dat je als jochie dood bent voor maar vijf of tien minuten en daarna mag je weer opstaan.

(rené)

Jente zei

Nog een verschil is dat ze zich (in mijn ogen) vrij makkelijk en soms zelfs erg snel 'dood laten vallen', in plaats van het 'vechten tot het bittere eind'.

Natuurlijk omdat hun geen echt einde wacht, maar wezenlijk verschil daarbij is dat ze mede daardoor een redelijk perspectief van de andere partij (kunnen) blijven zien. Een groter overzicht van het geheel en een zekere balans vinden, over en weer, in het spel.
(Ruzies 'omdat er niet eerlijk gespeeld wordt o.i.d.' daarbij even weggelaten)

Dat overzicht en die balans zijn bij een echte oorlog zoek.