De populierenpijlstaart is een vlinder die je niet zo vaak
ziet. Afgelopen dinsdag ontdekte ik hem op de hedera langs de zuidkant van de
boerderij. Hij zat op ongeveer dezelfde plek waar we drie weken geleden ook al
een exemplaar zagen (onder een buitenlamp). Die had gerafelde vleugels, maar zo
te zien is deze vlinder nog niet zo lang geleden verpopt.
Deze populierenpijlstaart ontdekte ik om even voor elf en
toen ik om vijf uur weer naar huis ging, zat hij nog
steeds op dezelfde plek. Het is een nachtvlinder, maar overduidelijk niet
eentje uit de categorie “overdag actieve nachtvlinders”.
Het is een vrij forse vlinder, de vleugeltekening van de
populierenpijlstaart varieert nauwelijks. Kenmerkend zijn de kastanjebruine
vlekken tegen de binnenrand van de achtervleugel (op de foto niet zichtbaar).
In rusthouding steekt de achtervleugel soms een heel eind onder de voorrand van
de voorvleugel uit (zoals op de foto). Sommige individuen hebben een sterke
rozeachtige of violette tint op de vleugels. Er komen ook bruingele vlinders
voor; dit betreft vaker vrouwtjes dan mannetjes.
De populierenpijlstaar is een in ons land algemeen
voorkomende vlinder in de periode eind april-half augustus. Hij vliegt in twee
generaties en komt voor in parken, tuinen, moerassen, bossen en heiden.
Waardplanten van deze vlinder zijn populier en wilg. Dat wil
zeggen dat de rups (juli-oktober) eet van de bladeren van deze bomen. Beide
boomsoorten zijn te vinden op De Wiershoeck. De soort overwintert als pop in de
grond in de buurt van de waardplant.
De familie van de pijlstaarten omvat wereldwijd ruim 1460
soorten, waarvan het grootste deel in de tropen leeft. In Nederland komen 18
soorten voor. Pijlstaarten zijn indrukwekkende, middelgrote tot grote, vaak
opvallend gekleurde nachtvlinders. Een aantal behoort zowel vanwege de
vleugellengte als vanwege de lichaamsgrootte tot de grootste
nachtvlindersoorten die in Nederland voorkomen. De vlucht kenmerkt zich door
grote snelheid en wendbaarheid. Met uitzondering van de dagactieve soorten worden
de meeste pijlstaarten aangetrokken door licht. Ook kunnen ze overdag soms
rustend worden aangetroffen; meestal betreft dit verse exemplaren.
Populierenpijlstaat, lindepijlstaart en pauwoogpijlstaart
behoren tot de onderfamilie Smerinthinae, ze hebben een sterk gereduceerde
roltong en kunnen dus geen voedsel opnemen. De voorrand van de achtervleugel
steekt in de rusthouding soms onder de voorvleugel uit. De vrouwtjes hebben een
dikker achterlijf dan de mannetjes en zijn ook iets groter; de mannetjes rusten
met het uiteinde van het achterlijf omhoog gebogen.
De eieren worden afzonderlijk of in paren vastgehecht aan de
waardplant. De rupsen zijn over het algemeen groot en hebben vaak een opvallende
kleur of tekening. Ze zijn onbehaard en de meeste hebben een hoornachtige
stekel op het uiteinde van het achterlijf; dit is de karakteristieke ‘pijl’
waaraan deze familie haar Nederlandse naam ontleent.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten