BETALEN MET EEN GEELTJE

Een paar dagen geleden trof ik een klant voor me in de rij voor een kassa van AH die even leukig wilde doen en probeerde op te vallen. Hij legde vijfentwintig gulden neer om quasi z'n boodschappen te betalen.  Ik bekeek de prent even aandachtig, het was wel tien jaar geleden dat ik voor het laatst 'een geeltje' heb gezien. Tijdens het maken van de foto onderzocht ik bij mezelf of er ook nostalgische gevoelens leven op dit gebied. Nee, ik had er geen last van, wat kan het schelen wat voor betaalmiddel we hier hebben? Of ik heimwee heb naar de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw? Nee, geen denken aan, wat een boeiende tijden beleven we nu. Ik moet wel eerlijk verklappen dat ik terugverlang naar een Nederland van voor de PVV, de politieke hufters die het liefst alles  kapot schelden wat hen niet bevalt, en alles willen verbieden wat niet in het eigen straatje past. Partij van de Intolerantie en Onvrijheid, wat mij betreft. Ik kom er op omdat deze hetzers onlangs een onderzoek hebben laten verrichten naar de euro en de gulden. Een brak onderzoek, lees ik vandaag in de Volkskrant en op verschillende sites. Maar goed, heimwee naar de gulden?

'De gulden mag van mij weer worden ingevoerd'. Vier op de tien Nederlanders zijn het met die stelling eens. Dat blijkt uit een peiling onder 6000 huishoudens waarvan marktonderzoeker GfK de resultaten woensdag heeft gepubliceerd. Vergeleken met vorig jaar is sprake van een minieme afname, 39,7 procent tegen 40,1 procent.

Vijf jaar geleden had nog meer dan de helft van de Nederlanders heimwee naar de gulden. Sindsdien is dat aandeel steeds gedaald, zo blijkt uit de gegevens van GfK. Vooral mensen met een lager inkomen verlangen nog vaak terug naar de oude munteenheid.
Tien jaar nadat de gulden in onze portemonnee werd vervangen door de euro, zegt meer dan driekwart van de ondervraagden (77 procent) gewend te zijn aan de Europese munt. Toch zegt bijna de helft (47 procent) nog wel eens terug te rekenen naar guldens in de supermarkt. Bij grote aankopen is dat bijna twee op de drie (65 procent).
Lees hier.