Tweedoornwants
Al een paar keer heb ik foto’s van wantsen laten zien. Ze zijn er in vele soorten en kleuren. Het zijn boeiende insecten, althans dat vind ik. Op mijn rondgang door het labyrint op de Schoolwerktuinen (medio oktober) kwam ik twee mooie exemplaren van de groep schildwantsen tegen. Ze lijken sterk op elkaar, maar er zijn ook duidelijke verschillen (kleur van de poten en doornpunt). Toch moeten het allebei Tweedoornwantsen zijn, want één van de kenmerken van deze soort is de aanwezigheid van zaagtandstekels op de rand van het kopschild (tussen oog en doorn). Deze wants is de enige van de schildwantsen die deze stekels heeft.
Uit het kleurverschil zou je kunnen concluderen dat het een mannetje en een vrouwtje zou zijn. Maar volgens gevonden informatie sterven de mannetjes in september, nadat er is gepaard. De iets grotere vrouwtjes leven langer, tot in november. Dat is logisch, want de vrouwtjes moeten nog eitjes leggen. De eitjes worden gelegd in clusters van 20 tot 50 stuks en de soort overwintert als ei (soms als larve). Ongeveer half mei komen de eitjes uit. De jonge wantsen blijven nog een poosje bij elkaar. In dit stadium voedt de wants zich met plantensappen. Na enige tijd zwerven de jonge wantsen uit en stappen ze over op dierlijk voedsel (rupsen en larven van kevers). Met hun lange steeksnuit (rostrum) zuigen ze hun slachtoffer leeg. De steeksnuit is niet uitschuifbaar of oprolbaar. Als de wants niet eet, dan wordt de steeksnuit naar achteren geklapt en midden onder het lichaam, tussen de poten gehouden.
De volwassen wants is 10 tot 13 mm lang, de kleur is tabaksbruin en de wants is geheel bedekt met zwarte spikkeltjes. De wetenschappelijke naam is Picromerus bidens. Deze soort zou nog geen Nederlandse naam hebben, maar op een Vlaamse site noemt men hem de Tweedoornwants. Een niet geheel onlogische naam. Het is een veel voorkomende soort, vooral in lage bosjes op vochtige plaatsen. De Tweedoornwants houdt van warmte. Op koude dagen beweegt de wants bijna niet, maar op zomerse dagen zoekt de wants bij voorkeur een plekje boven op een plant, lekker in de zon.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
zondag 21 november 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten