Tussen de sneeuwklokjes onder
de moerbeiboom zag ik iets blauws. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik ging
op de knieën. Het bleek een heel aardig bloemetje te zijn, die ik na wat
speurwerk op internet als een “vroege sterhyacint” heb herkend. Het is één van
de ongeveer 90 soorten sterhyacinten, het zijn overblijvende bolgewassen. Uit
elke bol van de vroege sterhyacint groeien twee stengels met blauwe, meestal
omhoogstaande bloemen.
Het is een bloem die groeit
op vruchtbare grond. Het is een echte stinsenplant, ze komt voor in tuinen van
landgoederen in Utrecht, Groningen en Friesland.
De vroege sterhyacint lijkt
veel op de Oosterse sterhyacint, maar bij deze laatste staan de bloemen niet
omhoog, maar knikken ze. De plant komt van oorsprong voor in Midden- en
Zuid-Europa en in Klein-Azië. De plant wordt ook gekweekt
voor de siertuin. De vroege sterhyacint bloeit enkele weken eerder dan de
Oosterse.
De bol heeft meestal twee
bladen. De bloemstengel van de vroege sterhyacint is 10-25 cm lang en bloeit in
maart tot april met violetblauwe, zelden witte of roze afstaande stervormig
uitgespreide zesbladige bloemen. De plant is belangrijk als nectarplant voor
honingbijen en hommels in het vroege voorjaar. Het stuifmeel van de vroege
sterhyacint is blauw.
Er wordt een doosvrucht
gevormd met zaden. De zaden dragen een mierenbroodje als aanhangsel. Het
mierenbroodje is een uitgroeisel van de zaadhuid. Hierdoor verspreiden de
mieren de zaden verder van de plant af. In Nederland komen ongeveer 200
plantensoorten voor die een mierenbroodje hebben.
De voortplanting vindt echter
in hoofdzaak plaats via de bol. Niet alle bloembollen groeien op dezelfde
wijze. En ook de levensduur van een bol verschilt. Eigenlijk is dit te
vergelijken met de planten in de tuin. Daar kennen we immers eenjarige-, vaste-
en meerjarige planten. Bij de bloembollen is dit ook min of meer zo.
Bij sterhyacint, narcis en
hyacint is er sprake van een meerjarige bloembol. Tijdens het groei- &
bloeiseizoen worden de buitenste schubben (de oudste schubben) leeggezogen.
Maar vanuit het binnenste van de bloembol worden weer nieuwe schubben gevormd.
De overige schubben groeien ook nog eens in de lengte en dikte. Met andere
woorden er komt jaarlijks meer bij, dan
dat er verbruikt wordt of verdwijnt. Deze bloembollen worden dus steeds dikker.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
2 opmerkingen:
Er kwam een reactie binnen van iemand die kritiek heeft op de eigenaresse van de Wiershoeck. Niet iets voor onder dit blogbericht. De vraag of de persoon even contact op wil nemen, wellicht kan een blogbericht aan z'n grieven worden gewijd. (serieus voorstel).
Eigenaresse ?
Ze ervaart het waarschijnlijk wel zo ,
maar de gemeente is god zij dank nog steeds de eigenaar .
Een reactie posten