zondag 7 april 2013

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (142)


Tussen de sneeuwklokjes onder de moerbeiboom zag ik iets blauws. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik ging op de knieën. Het bleek een heel aardig bloemetje te zijn, die ik na wat speurwerk op internet als een “vroege sterhyacint” heb herkend. Het is één van de ongeveer 90 soorten sterhyacinten, het zijn overblijvende bolgewassen. Uit elke bol van de vroege sterhyacint groeien twee stengels met blauwe, meestal omhoogstaande bloemen. 
Het is een bloem die groeit op vruchtbare grond. Het is een echte stinsenplant, ze komt voor in tuinen van landgoederen in Utrecht, Groningen en Friesland.

De vroege sterhyacint lijkt veel op de Oosterse sterhyacint, maar bij deze laatste staan de bloemen niet omhoog, maar knikken ze. De plant komt van oorsprong voor in Midden- en Zuid-Europa en in Klein-Azië. De plant wordt ook gekweekt voor de siertuin. De vroege sterhyacint bloeit enkele weken eerder dan de Oosterse.
De bol heeft meestal twee bladen. De bloemstengel van de vroege sterhyacint is 10-25 cm lang en bloeit in maart tot april met violetblauwe, zelden witte of roze afstaande stervormig uitgespreide zesbladige bloemen. De plant is belangrijk als nectarplant voor honingbijen en hommels in het vroege voorjaar. Het stuifmeel van de vroege sterhyacint is blauw.

Er wordt een doosvrucht gevormd met zaden. De zaden dragen een mierenbroodje als aanhangsel. Het mierenbroodje is een uitgroeisel van de zaadhuid. Hierdoor verspreiden de mieren de zaden verder van de plant af. In Nederland komen ongeveer 200 plantensoorten voor die een mierenbroodje hebben.

De voortplanting vindt echter in hoofdzaak plaats via de bol. Niet alle bloembollen groeien op dezelfde wijze. En ook de levensduur van een bol verschilt. Eigenlijk is dit te vergelijken met de planten in de tuin. Daar kennen we immers eenjarige-, vaste- en meerjarige planten. Bij de bloembollen is dit ook min of meer zo.

Bij sterhyacint, narcis en hyacint is er sprake van een meerjarige bloembol. Tijdens het groei- & bloeiseizoen worden de buitenste schubben (de oudste schubben) leeggezogen. Maar vanuit het binnenste van de bloembol worden weer nieuwe schubben gevormd. De overige schubben groeien ook nog eens in de lengte en dikte. Met andere woorden er komt jaarlijks meer bij, dan dat er verbruikt wordt of verdwijnt. Deze bloembollen worden dus steeds dikker.


Foto + tekst: Luit Staghouwer

2 opmerkingen:

Johan Fehrmann zei

Er kwam een reactie binnen van iemand die kritiek heeft op de eigenaresse van de Wiershoeck. Niet iets voor onder dit blogbericht. De vraag of de persoon even contact op wil nemen, wellicht kan een blogbericht aan z'n grieven worden gewijd. (serieus voorstel).

Anoniem zei

Eigenaresse ?
Ze ervaart het waarschijnlijk wel zo ,
maar de gemeente is god zij dank nog steeds de eigenaar .