Koekoeksbloem is de Nederlandstalige naam voor een geslacht van kruidachtige planten uit de anjerfamilie. De botanische naam van het geslacht is Lychnis. Deze naam is afkomstig van het Griekse woord 'lychnos' dat lamp betekent. Er zijn verschillende verklaringen. Volgens een verklaring slaat de naam op de heldere kleur van de bloemen, volgens een andere verklaring slaat de naam op het gebruik van de wollige bladeren als lampenpitten.
Op een van de composthopen van De Wiershoeck zagen we midden november deze bloeiende koekoeksbloemen. De naam koekoeksbloem heeft betrekking op het gelijktijdig verschijnen van de bloemen en de Koekoek. De hoofdbloeiperiode valt in mei tot juni, maar in de herfst kan een tweede bloeiperiode plaatsvinden. De roze bloemen van de Dagkoekoeksbloem zijn overdag open. De bloemen worden veel door hommels en zweefvliegen bezocht, maar zijn voor de bestuiving voor een groot deel afhankelijk van nachtvlinders. De nectar zit vrij diep in de bloem en is daardoor alleen bereikbaar voor insecten met een lange tong.
De plant is waardplant(*) voor een bladmineerder (die graaft gangen door het blad) en voor verschillende soorten nachtvlinders. Oorwormen gebruiken de lege zaaddozen van de dagkoekoeksbloem graag als schuilplaats.
(*) Een waardplant is een plant waarop een organisme of virus de bestanddelen vindt, die voor zijn groei en vermeerdering nodig zijn. Zo'n organisme kan bijvoorbeeld een insect, rups of schimmel zijn.
Er bestaat ook een Nachtkoekoeksbloem, de bloemen daarvan zijn aan de buitenkant vuilwit en aan de binnenkant bleekroze. En dan is er de kruising tussen de Dag- en de Nachtkoekoeksbloem. Deze “hybride” is de Avondkoekoeksbloem. De soort dankt zijn naam aan de (witte) bloemen, die 's avonds open staan.
Deze Avondkoekoeksbloem was in de loop van de middag al open, mogelijk komt dat doordat de lichtintensiteit in de herfst veel geringer is dan in de zomer.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten