Kniptorren zijn langwerpige, smalle kevers. De meeste
kniptorren zijn nachtdieren en erg onopvallend gekleurd, want ze zijn bijna
allemaal bruinig, grijzig of zwart. Er zijn meerdere geslachten en soorten, die
uiteenlopende afmetingen en kleuren hebben. De kniptor komt wereldwijd voor op
en om planten, rottend hout en in aarde. De lichaamslengte varieert van 0,2 tot
7 cm. In ons land komen ongeveer 80 soorten voor, “onze” kniptorren zijn
ongeveer een centimeter lang. De antennes zijn vaak ongeveer de helft van de
lichaamslengte en kunnen net zoals de pootjes in een groef op de buik worden
teruggetrokken bij gevaar. Kniptorren kunnen ook vliegen maar niet vanuit stand;
ze klimmen eerst op een tak of halm voor de vleugels uitgevouwen worden.
De naam dankt deze kever aan het vermogen om liggend op de
rug omhoog te springen met een knapje of tikje. Bij het neerkomen zal hij dan
soms op de buik landen. Het is ook een techniek die gebruikt wordt bij
beetpakken waardoor de aanvaller soms schrikt en het dier zal
laten vallen.
Het voedsel van de kniptor bestaat uit planten. De larve van
de kniptor heet ritnaald en kan grote schade aan gewassen toebrengen, ze eten
voornamelijk wortels van planten.
Tot afgelopen dinsdag had ik alleen maar donkergrijze en
zwarte kniptorren gezien en ik vond ze niet erg interessant. Maar afgelopen
dinsdag zag ik deze “Ampedus elongatulus”,
volgens mij heeft hij geen Nederlandse naam. De kop en het halsschild van deze
kniptor zijn zwart terwijl de dekvleugels roodbruin van kleur zijn. De
dekvleugels zijn in het midden het breedst en versmallen zich naar achteren
waarbij de punten zwart kleuren. Deze kniptor wordt 7 – 8,5 mm lang. De larven
ontwikkelen zich in rottend loof- en naaldhout.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten