Maandag een week geleden ontdekte ik, tussen een paar
stukken vermolmd hout onder een losliggend stuk boomschors, een vrij forse,
ruim 3 cm lange, geel-bruine larve. Op zo’n plek zie je vaak pissebedden,
duizendpoten, wormen, kevertjes en verschillende soorten larven. De larve leek
op de larve van een kniptor, maar die is slechts 2 cm groot en deze larve was
ruim de helft langer. Via de Nederlandse Entomologische Vereniging kwam ik te
weten dat het de larve van een vuurkever is. (De N.E.V. heeft als doel de
studie van insecten, spinachtigen, duizendpoten en miljoenpoten te stimuleren.)
Omdat ook voor de afgelopen week de weersverwachting voor
maandag gunstiger was dan voor de rest van de week, was ik ook op deze mooie
zonnige (maar frisse) maandag weer present op de tuinen van De Wiershoeck en de
Kinderwerktuin. Er werd o.a. gewerkt aan het opruimen van enkele forse schijven
van een (maanden geleden) omgezaagde populier. Tussen de dode stukken hout
bleken tientallen larven van de vuurkever een schuilplaats te hebben gevonden.
Ze moesten noodgedwongen op zoek naar een andere plek om te overwinteren.
Wereldwijd zijn er ongeveer 100 soorten vuurkevers, maar die
komen vooral voor in (sub-)tropische gebieden. Bij ons komen alleen de
zwartkopvuurkever en de roodkopvuurkever voor. Het enige verschil tussen deze
twee soorten is de kleur van de kop. Het zijn met een lengte van 15 tot 20 mm
vrij forse kevers. De roodkopvuurkever komt in ons land meer voor dan de
zwartkopvuurkever, maar dit is ongetwijfeld een larve van de zwartkopvuurkever.
In mei zag ik een paar zwartkopvuurkevers op enkele meters afstand van het hout
waarop ik de larven nu zag. De kleuren van deze kever zijn onmiskenbaar; een
knalrood borststuk en achterlijf, de rest van het lichaam is gitzwart.
Kenmerkend zijn ook de twee lange zwarte sprieten. Bij het vrouwtje (foto) zijn
deze sprieten getand, de tanden van de sprieten bij het mannetje zijn langer
(de sprieten zijn “gekamd”). De zwartkopvuurkever wordt ook wel zaagsprietkever genoemd.
De volwassen kever komt voor in de
periode mei-juni en voedt zich met o.a. nectar en sap van bloemen.
De larven ontwikkelen zich in 2 tot 3 jaar onder boombast en
in het hout van wegrottende bomen, waar ze jagen op de larven van andere
kevers, zoals boktorren, prachtkevers en letterzetters. Bij gebrek aan andere
insecten kan dat zelfs een soortgenoot zijn. Het zijn dus echte jagers en ze hebben
stevige kaken en zes kleine pootjes. De larven worden ongeveer 3,5 cm groot.
Daarna vindt de verpopping plaats, dat duurt ongeveer een maand en dan komt de
kever tevoorschijn. De kevers leven maar een paar weken. De mannetjes sterven
na het paren, de vrouwtjes nadat ze eitjes gelegd hebben onder rotte
boomschors.
Info: Wikipedia, Gardensafari.nl
en bertpijs.nl
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten