zondag 19 maart 2017

HET BIJZONDERE DORP DAT BEIJUM HEET


Van boeskooldorp tot bloemkoolwijk
Het bijzondere dorp dat Beijum heet.
Al in de middeleeuwen lag op de huidige locatie van onze wijk het dorp Beijum, vermoedelijk genoemd naar een zekere Hendrick Beijen. Beijum was tot 1475 een zelfstandige parochie met een eigen kerk. Daarna werd Beijum onderdeel van de parochie Zuidwolde. In de zestiende en zeventiende eeuw stond in Beijum zelfs een heuse borg, het Huis te Beijum. In de loop van de achttiende eeuw ging het minder goed en uiteindelijk waren nog maar enkele boerderijen overgebleven. Het buurtschap Beijum maakte met Zuidwolde deel uit van de gemeente Bedum.
In 1875 werd de Beijumerweg aangelegd tussen Zuidwolde en Noorderhoogebrug. Rond diezelfde tijd begonnen de boeren in Zuidwolde en Beijum witte, rode en savooiekool te verbouwen – samen ‘boeskool’ genoemd. Beijum bleef nog vele jaren een oase van rust, tot in 1969 de stad Groningen Noorddijk, Noorderhoogebrug en Beijum annexeerde. Dat gebeurde in het kader van stadsuitbreidingsplannen. Acht jaar later werd de eerste paal geslagen voor de nieuwe woonwijk Beijum.
Beijum is een zogeheten ‘bloemkoolwijk’ – ingericht op een manier die populair was tussen 1970 en 1985. Autoverkeer wordt zo veel mogelijk over een ringweg geleid, er is veel groen en er zijn veel woonerven. Vanwege het grillige stratenpatroon zijn bloemkoolwijken enigszins berucht. Toen ik nog studeerde – lang, lang geleden – wilde ik eens op bezoek bij een studiegenoot die in Beijum woonde, maar na een halfuur zoeken keerde ik onverrichterzake terug naar de binnenstad. Google Maps en smartphones hadden we toen nog niet, en er hingen ook nog geen handige bordjes met huisnummers en pijlen.
Dat was vroeger. Inmiddels bestaat Beijum alweer bijna veertig jaar. De wijk heeft zo’n 13.000 inwoners en is daarmee de grootste wijk van Stad. Toch is het oude buurtschap niet helemaal verdwenen: de Beijumerweg is er nog, net als een aantal boerderijen. Zou het daarmee te maken hebben dat Beijum nog altijd niet voelt als ‘stad’, maar meer als een groot dorp aan de rand van Groningen?
Stad staat voor grootschalig, anoniem en onpersoonlijk. Voor asfalt, flatgebouwen en beton. Maar Beijum heeft de menselijke maat altijd weten te behouden. Als ik door de wijk loop of fiets, ontmoet ik vrijwel altijd een of meer bekenden. Wanneer het voorjaar nadert, word ik ’s ochtends gewekt door zingende merels, zanglijsters en luidruchtige weidevogels. Een maand of wat later kunnen we genieten van kikkerkoren en scharrelt af en toe een egeltje door de tuin. Op zulke momenten ben ik blij dat ik mag wonen in het bijzondere dorp dat Beijum heet
Nathan Brinkman

(Nathan heeft een tekstbureau genaamd de Groene Draak en schrijft en redigeert voor wijkkrant De Beijumer)

Geen opmerkingen: