Afgelopen dinsdag keek ik
weer eens rond op de tuinen van De Wiershoeck en de Kinderwerktuin. Het was ’s
morgens nogal grijs en er stond een stevige wind. De temperatuur was heel
aangenaam en gelukkig was het droog, maar de tuinen waren nog erg nat van de
regen in voorgaande dagen. Ik was benieuwd of ik nog iets interessants zou
zien.
Er worden af en toe nog
vlinders gezien, maar daarvoor stond er nu te veel wind. Op de boerenkool zag
ik nog wel een paar rupsen van het groot koolwitje. Het groot koolwitje
overwintert als pop, schijnbaar vinden deze rupsen het nog te warm om nu al te
gaan verpoppen.
Ook bij
de bijenstal zou het nu volkomen rustig moeten zijn, gedurende de winter
verkeren de honingbijen in een vrijwel bedwelmde toestand. Ze zijn dan in
winterrust (geen winterslaap) en zitten dicht op elkaar in de bijenkasten. Bij
strenge koude vormen ze een kleine tros -klein oppervlakte- en is er weinig
warmteverlies, bij minder koud weer zitten de bijen “losser”, en is de tros dus
groter van omvang. Maar helemaal rustig was het niet bij de bijenstal en op de
boerenkool zag ik tot twee keer toe een honingbij rondscharrelen. Ze zullen
daar ongetwijfeld geen nectar hebben kunnen vinden.
De meloenbomen in het
labyrint van de Kinderwerktuin zijn al weer zo goed als uitgebloeid. De
bloemetjes ruiken nog wel lekker, dat vonden waarschijnlijk ook de twee
strontvliegen die ik erop zag. In het labyrint zag ik ook nog een paar
bloeiende paarse dovenetels en het nieskruid (helleborus) begint te bloeien. Op
het “schapenhek”, waarmee het labyrint is gevormd, zag ik een paar groepjes
lieveheersbeestjes, die voor hun winterslaap een plekje tussen / onder het
ijzerdraad van het hekwerk hebben uitgekozen.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
1 opmerking:
een hele mooie foto!!
gr, therèse
Een reactie posten