Lieveheersbeestjes zijn nuttig omdat ze veel luizen eten.
Daarnaast eten ze ook andere kleine insecten, planten en schimmels.
Lieveheersbeestjes hebben zelf relatief weinig last van vijanden. De vaak felle
kleur dient als signaal: “Ik smaak vies.” Als ze toch gepakt worden scheiden ze
een geel vocht af dat vies ruikt en smaakt. Bij bedreiging trekken ze hun poten
en antennen in en blijven doodstil liggen. Ook kunnen ze hun vijanden te slim
af zijn door te doen alsof ze dood zijn, zich vervolgens van het blaadje of
takje laten vallen en daarna te verdwijnen tussen het groen.
Hun grootste vijand is misschien wel een kleine wesp: de
Perilitus Coccinellae. Dit sluipwespje parasiteert op verschillende soorten
lieveheersbeestjes, maar voornamelijk op vrouwtjes van het gewone
zevenstippelige lieveheersbeestje. Het wespje wordt aangetrokken door de geur
van het lieveheersbeestje en injecteert een eitje in de weke buikzone van haar “gastheer”.
Het eitje ontwikkelt zich in 5-7 dagen in de kever tot larve, daarna ontwikkelt
de larve zich binnenin het lieveheersbeestje en eet er de eieren, de
geslachtsdelen en andere voedingsstoffen in de lichaamsvloeistof op. De vitale
organen blijven echter intact en het lieveheersbeestje wordt niet gedood. In 18
tot 27 dagen doorloopt de wespenlarve vier fasen met vervellingen. Daarna bijt
hij de zenuwen van de pootjes van de kever door en verlaat het lichaam. Hij
maakt een cocon tussen de pootjes van het lieveheersbeestje (zie foto), dat
gewoon blijft leven. In de cocon kan het larfje zich transformeren tot
volwassen wesp en wordt intussen beschermd door het lieveheersbeestje, dat
vijanden afschrikt door zijn kleur en door het “reflexbloeden”,
de gele stof die bij de pootjes wordt afgescheiden ruikt sterk en is licht
giftig.
Na een paar dagen ontwikkelt zich de larve en kleurt de
cocon donkerder. Na 7-9 dagen komt het wespje uit de cocon. De wespjes zijn
bijna allemaal vrouwtjes, ze hebben geen partner nodig. Binnen een uur zijn ze
in staat eitjes te leggen. Eén wesp kan 100 eitjes leggen en er zijn 2
generaties per jaar.
Sluipwespen zijn echte sluipmoordenaars. De wreedheid van
deze parasiet-gastheerrelaties deed Charles Darwin twijfelen over het bestaan
van een oneindig goede en volmaakte Schepper. Darwin verloor zijn geloof in het
christendom dus niet op grond van zijn wetenschappelijke ontdekkingen, maar wel
vanwege de gruwelijke schoonheid van de natuur...
Het was afgelopen dinsdag een heerlijke dag en er viel ook
veel te zien. Ik kwam o.a. nog een paar andere, minder bekende
lieveheersbeestjes tegen:
- Het gevlekt rietkapoentje is een oranjerood tot bruin
kevertje van 2,5 - 3 mm. Het halsschild is naar voren afgerond en versmald, het
breedste deel ligt voor het midden. Op de dekschilden heeft dit kevertje een
zwarte schildvlek, lange vlekken langs de randen en ronde vlekken iets na het
midden. De vlekken kunnen verdwijnen of samenvloeien. Het kevertje is te vinden
bij riet, biezen en lisdodde.
- Het veertienstippelig lieveheersbeestje is een 4 tot 6
millimeter lang lieveheersbeestje en hij is gemakkelijk van andere soorten te
onderscheiden door zijn gele kleur en zwarte vlekken op de dekschilden, maar
met name door de vierkante vorm van deze vlekken. Er is wel wat variatie binnen
de soort; veel exemplaren zijn geel met zwarte vlekken, maar sommige exemplaren
hebben zeer grote zwarte vlekken, en hebben daardoor een overwegend zwarte
kleur met gele vlekken. Soms lijken de dekschilden wat op een dambord.
Net zoals veel andere soorten uit de familie
lieveheersbeestjes leeft de veertienstip als larve en als imago uitsluitend van
bladluizen. De volwassen kever kan twee jaar oud worden en is dan vaak wat
verweerd. Het veertienstippelig lieveheersbeestje is in de Benelux een zeer
algemene soort, die voorkomt in allerlei biotopen, als er maar bladluizen zijn
om te eten.
(Info: natuurbericht.nl, stippen.nl en Wikipedia)
Foto + tekst: Luit Staghouwer
4 opmerkingen:
Prachtige macro-opnamen !!
Gr., Ketelbinkie
het is maar goed dat ik mijn ontbijt nog niet genuttigd heb bij het lezen van het parasitaire gedeelte.
idd. hele mooie foto's :-).
gr. Therèse
Sluipwespen parasiteren ook in bladluizen en andere plaagorganismen en gelukkig niet alleen in de nuttige lieveheersbeestjes...
Zijn ook roofdieren hoor!
Een reactie posten