zondag 27 september 2009

FOTO'S UIT DE SCHOOL- EN WIERSHOECKTUIN (6)

Dinsdagmiddag 8 september, zo tegen half vier, kreeg ik op de tuin van De Wiershoeck bezoek van Bart (de imker) en een drietal kinderen. Ze hadden een plastic teiltje bij zich met daarin een grote rups die ze op de stoep hadden gevonden. Natuurlijk wilden ze graag weten van welke vlinder dit de rups was. Luit (de fotograaf) zou het wel weten. Maar ik ben wel een natuurliefhebber, maar geen deskundige. Nee, ik wist het niet. Maar de kinderen hadden zelf ook al gezien dat de rups een klein staartje had. Het was dus de rups van een vlinder van de familie “pijlstaarten”. Nadat ik de rups op de foto had gezet, heb ik hem weer laten lopen in de hoop dat de rups een geschikte plek zal vinden om te verpoppen en als pop te overwinteren. Misschien zien we deze rups dan volgend jaar als vlinder rondvliegen (in de schemering) of (overdag) ergens rustend op een plant.
Het Groot avondrood is beslist geen zeldzame vlinder, maar de naam doet vermoeden dat het toch wel een opvallende vlinder moet zijn. Wil je weten hoe de vlinder er uit ziet, kijk dan bijvoorbeeld eens op
http://www.vlindernet.nl/index.php.
(Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie) Het groot avondrood is een nachtvlinder met een spanwijdte van 45 tot 60 mm en komt voor in heel Europa. De vliegtijd is van mei tot en met augustus. De voorvleugels van deze pijlstaart hebben roze en olijfgroene vlekken en strepen. De ondervleugels zijn roze met een zwarte basis. Ook de thorax (borststuk), de kop en de staart hebben olijfgroene en roze strepen. De tot 8 centimeter lange bruine rups wordt olifantsrups genoemd en trekt bij verstoring zijn kop iets in en beweegt dan zijn 'nek' heen en weer. Door de oog-achtige niervormige vlekken en spits toelopende 'kop' (eigenlijk de voorzijde van het lichaam) lijkt hij nu op een slang, waar hij zelfs tuinierende mensen mee aan het schrikken maakt. Hij leeft in het wild bij voorkeur van het Wilgenroosje, daarna Walstro en Springzaad. In de tuin is hij te vinden op Fuchsia.
Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen: