De
Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 31 mei 2016
Wereldwijd zijn er
ongeveer 60.000 soorten snuitkevers. In ons land zijn er 476 soorten
waargenomen, 465 daarvan worden als inheems beschouwd. Snuitkevers
danken de naam aan de soms erg lange snuit met tasters, die vaak in
het midden of helemaal vooraan zitten. Soms is de snuit bijna even
lang als het lichaam. Met de snuit boort het insect in de plant (of
vrucht) om er vervolgens een ei in te leggen. De lichaamslengte van
de snuitkever varieert van 0,1 tot 9 cm. Het lichaam is vaak
onopvallend gemarmerd, soms juist zeer kleurrijk met metaalglans of
bonte vlekken. De antennen zijn meestal samengesteld uit 11
geledingen, die gebogen of geknikt zijn.
Een aantal soorten
is zeer berucht om de schade die toegebracht wordt door de vraat aan
granen en andere planten die dienen als voedsel voor de mens. De 7 Ć
8 mm lange wollige distelsnuitkever (links) heeft een voorkeur voor
distelachtigen en zal daarom waarschijnlijk niet als schadelijk
worden gezien. De elzensnuitkever (rechts) is echter wel schadelijk.
Deze soort wordt ook wel wilgensnuitkever genoemd. De 6 tot 9 mm
lange kever heeft grijsbruine dekschilden met zwarte haarborsteltjes.
De kever heeft een voorkeur voor jonge bomen (els, wilg en populier)
met een diameter van 2 – 8 cm in kwekerijen, singels en grienden.
De larve van de elzensnuitkever kan grote schade veroorzaken.
In mei verschijnen
de kevers die de bast van jonge twijgen en scheuten aanvreten. Na
enkele weken zijn de kevers geslachtsrijp en leggen de vrouwtjes zo’n
30 eitjes afzonderlijk in de bast van de jonge stammetjes. Na 2-3
weken komen de pootloze larven uit. De larve overwintert in een
kleine holte onder de bast. In het voorjaar vreet ze een kronkelig
gangetje in de cambiale zone (dunne laag tussen het schors en de
boom) om daarna een tot 10 cm lange gang omhoog in het hout te maken.
In juni-juli is de larve volgroeid en verpopt deze aan het einde van
de gang. Enkele weken later verschijnt de jonge kever die in de boom
overwintert en pas het volgend jaar, in mei de boom verlaat. De
levenscyclus is 2 jaar waarbij de volwassen kevers meestal in de even
jaren actief zijn en de larven juist in de oneven jaren hun grootste
activiteit hebben.
De elzensnuitkever
is een algemene soort in Nederland maar het is een cultuurvolger
omdat schade vooral in jonge aangelegde beplanting optreedt. Daarom
ontstonden in het verleden soms grootschalige aantastingen in
grienden. Een griend is een vochtige akker waarop wilgenhout wordt
verbouwd. Grienden werden tot ca 1960 op grote schaal geƫxploiteerd,
daarna nam de vraag naar griendhout sterk af zodat veel grienden niet
meer werden onderhouden. Soms kregen ze de status van natuurgebied.
Info: Wikipedia en
Tuin en Landschap nr. 20 (25 september 2014)
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten