Vier
jaar geleden zag ik dit prachtige vlindertje voor het eerst en ik heb
lang moeten wachten op een tweede ‘ontmoeting’, maar onlangs zag
ik haar weer en zelfs tweemaal. De eerste keer op de Kinderboerderij
en zoals ‘verwacht’ op een bessenstruik en een week later op de
tuin van De Wiershoeck.
Dit keer in de directe omgeving van enkele
bessenstruiken. Het is de bessenglasvlinder. Deze vlinder is ca 10-12
mm groot en heeft een spanwijdte van 17-20 mm. Het is dus een kleine
vlinder, maar de rupsen ervan kunnen grote schade toebrengen aan
bessenstruiken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tuinders over
het algemeen minder enthousiast zijn over de aanwezigheid van de
vlinder dan ik.
De
bessenglasvlinder is een insect uit de familie wesp- of glasvlinders.
Wereldwijd zijn er bijna 1400 soorten, in ons land komen 13
soorten voor. De vlinders in deze familie hebben nauwelijks de voor
vlinders karakteristieke schubben op de vleugels. Alleen op de randen
van de smalle vleugels komen ze voor. Daardoor zijn de vleugels
vrijwel geheel doorzichtig. Het lichaam is zwart met rode of gele
banden.
De
bessenglasvlinder heeft een gele kraag en meestal lopen er twee dunne
gele lijnen over het borststuk, dit is echter alleen goed te zien bij
verse vlinders. De verse vlinder fotografeerde ik dinsdag 7 juni en
een week later was de vlinder al aanzienlijk minder vers. Dat kan
natuurlijk een andere vlinder zijn geweest, maar dat lijkt me
onwaarschijnlijk. Op het achterlijf bevinden zich bij het vrouwtje
drie en bij het mannetje vier smalle gele dwarsbanden. In Nederland
is het een niet vaak waargenomen vlinder, die vermoedelijk echter
vrij algemeen is. De vliegtijd is halverwege mei tot en met juli, er
is slechts één generatie per jaar. Hoewel de familie wespvlinders
tot de nachtvlinders behoort, vliegen ze vaak overdag bij zonnig
weer.
De
eerste vlinders verschijnen als de eerste bessen rood kleuren. Er
worden eieren op de snoeistompjes afgezet en de larven boren zich in
het merg. De
rupsen (augustus-april ) overwinteren meestal één keer in een tak
van de waardplant. Ze
maken boorgangen in oudere takken en in de stam. Daardoor verwelken
de bessentakken in de zomer.
Tuinders
kunnen proberen schade te voorkomen door de bessenstruiken laat in
het voorjaar te snoeien en de snoeiwonden goed af te dekken. Het
snoeihout wordt bij voorkeur verbrand.
Info:
Vlindernet, Wikipedia en Fruitabc.blogspot.nl
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten