zondag 19 juni 2016

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (281)


Vier jaar geleden zag ik dit prachtige vlindertje voor het eerst en ik heb lang moeten wachten op een tweede ‘ontmoeting’, maar onlangs zag ik haar weer en zelfs tweemaal. De eerste keer op de Kinderboerderij en zoals ‘verwacht’ op een bessenstruik en een week later op de tuin van De Wiershoeck. 

Dit keer in de directe omgeving van enkele bessenstruiken. Het is de bessenglasvlinder. Deze vlinder is ca 10-12 mm groot en heeft een spanwijdte van 17-20 mm. Het is dus een kleine vlinder, maar de rupsen ervan kunnen grote schade toebrengen aan bessenstruiken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tuinders over het algemeen minder enthousiast zijn over de aanwezigheid van de vlinder dan ik.

De bessenglasvlinder is een insect uit de familie wesp- of glasvlinders. Wereldwijd zijn er bijna 1400 soorten, in ons land komen 13 soorten voor. De vlinders in deze familie hebben nauwelijks de voor vlinders karakteristieke schubben op de vleugels. Alleen op de randen van de smalle vleugels komen ze voor. Daardoor zijn de vleugels vrijwel geheel doorzichtig. Het lichaam is zwart met rode of gele banden.

De bessenglasvlinder heeft een gele kraag en meestal lopen er twee dunne gele lijnen over het borststuk, dit is echter alleen goed te zien bij verse vlinders. De verse vlinder fotografeerde ik dinsdag 7 juni en een week later was de vlinder al aanzienlijk minder vers. Dat kan natuurlijk een andere vlinder zijn geweest, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. Op het achterlijf bevinden zich bij het vrouwtje drie en bij het mannetje vier smalle gele dwarsbanden. In Nederland is het een niet vaak waargenomen vlinder, die vermoedelijk echter vrij algemeen is. De vliegtijd is halverwege mei tot en met juli, er is slechts één generatie per jaar. Hoewel de familie wespvlinders tot de nachtvlinders behoort, vliegen ze vaak overdag bij zonnig weer.

De eerste vlinders verschijnen als de eerste bessen rood kleuren. Er worden eieren op de snoeistompjes afgezet en de larven boren zich in het merg. De rupsen (augustus-april ) overwinteren meestal één keer in een tak van de waardplant. Ze maken boorgangen in oudere takken en in de stam. Daardoor verwelken de bessentakken in de zomer.

Tuinders kunnen proberen schade te voorkomen door de bessenstruiken laat in het voorjaar te snoeien en de snoeiwonden goed af te dekken. Het snoeihout wordt bij voorkeur verbrand.

Info: Vlindernet, Wikipedia en Fruitabc.blogspot.nl

Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen: