Gaat het nu wel of niet goed met de insecten? Ik weet het
echt niet, maar ik heb wel sterk de indruk dat er dit jaar minder insecten zijn
dan gewoonlijk. Ook op deze mooie zomerse dinsdag, midden in september, viel
het aantal soorten insecten me tegen. Honingbijen en hommels zag ik wel
regelmatig en op de rimpelroos kwam ik weer meerdere jonge en volwassen
exemplaren tegen van zowel de smalle randwants als de groene stinkwants. En
natuurlijk zag ik rijkelijk veel spinnen, dat zijn echter geen insecten (maar
ze zijn daarom niet minder interessant).
Dagvlinders waren echter wel opvallend aanwezig. Van sommige
soorten vlogen er meerdere exemplaren rond, vooral het bont zandoogje was goed
vertegenwoordigd. Normaal gesproken zijn er in september nog wel dagvlinders te
zien, maar neemt het aantal gedurende de maand af. Maar dit jaar is alles
anders! De aantallen nemen juist weer toe.
Op de tuinen van De Wiershoeck en de Kinderwerktuin zie ik
regelmatig verschillende vlindersoorten, het zijn meestal de “gewone” en
algemeen bekende soorten, maar zo af en toe vliegt er ook een minder
regelmatige verschijning rond. Zo was het ook op deze aangename nazomerdag.
Tijdens de wekelijkse dinsdagochtendexcursie zagen we een luzernevlinder.
Gelukkig liet hij zich toen ook even fotograferen, maar jammer genoeg alleen
met gesloten vleugels. Het bleek een mannetje oranje luzernevlinder te zijn. In
de vlucht was duidelijk de brede donkere band langs de achterrand van de
vleugels te zien. In de loop van de middag heb ik hem nog een hele tijd zien
rondvliegen, maar hij liet zich niet meer fotograferen.
Ook de distelvlinder was weer eens even op de Kinderwerktuin
aanwezig en de laatste weken is ook een paartje kleine vuurvlinder regelmatig
te vinden op steeds min of meer dezelfde plek in de Kinderwerktuin. Bijna alle
waargenomen soorten staan op deze collage. Alleen het groot koolwitje en het
gamma-uiltje (nachtvlinder) heb ik niet kunnen fotograferen.
Van links naar rechts: distelvlinder, landkaartje
(zomervorm), kleine vuurvlinder, mannetje icarusblauwtje, dagpauwoog, mannetje
klein koolwitje, atalanta, gehakkelde aurelia en mannetje oranje
luzernevlinder.
Soms is het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje
duidelijk te zien. De bovenkant van de vleugels is bij het mannetje icarusblauwtje
blauw en bij het vrouwtje (meestal) bruin. Zowel de vrouwtjes als de mannetjes van
het klein koolwitje hebben een donkere tip aan de bovenkant van de voorvleugel.
Bij het mannetje zit daaronder nog één stip en bij het vrouwtje twee stippen.
Bij de oranje luzernevlinder bevindt zich zowel op de
voorvleugel als op de achtervleugel langs de achterrand een brede donkere band;
bij het mannetje is deze band rond de vleugelpunt door lichte aders
onderbroken. De vrouwtjes hebben oranjegele vlekken in de donkere band langs de
achterrand.
Het landkaartje heeft dit jaar een grote (extra) derde
generatie. De vlinderpiek in september kan nog wel duidelijk hoger worden want
er zijn soorten die vaak in de loop van deze maand nog met een generatie
tevoorschijn komen. Zo kan het icarusblauwtje nog toe gaan nemen en bij de
kleine vuurvlinder is in sommige jaren de septembergeneratie nog groter dan die
in de zomer. Het blijft afwachten hoe het zich de komende weken zal
ontwikkelen, maar dat 2014 een uitzonderlijk en boeiend vlinderjaar is staat nu
al vast.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten