Wat een verschil! Het was
afgelopen dinsdag zo’n tien graden kouder dan een week geleden. Toen zag ik 11
verschillende soorten vlinders, nu telde ik er in totaal slechts drie. Het was
niet alleen koud, maar bovendien bijna de hele dag grijs. Gelukkig scheen de
zon zo af en toe even tussen de wolken door en dan ziet het er direct veel
vrolijker uit op de tuin. Tijdens zo’n kortstondige zonnige periode
fotografeerde ik de zweefvlieg op de strobloem. Welke zweefvlieg het is, weet
ik niet. Het is een bijvlieg, maar er zijn minimaal 14 verschillende soorten bijvliegen
en ze lijken (volgens mij) allemaal op elkaar. Bijvliegen behoren tot de
familie van de Zweefvliegen.
Wereldwijd komen ruim 6.000
soorten zweefvliegen voor. In ons land zijn 363 soorten zweefvliegen
waargenomen, 303 daarvan worden als inheems beschouwd. Sommige soorten komen
alleen in de noordelijke provincies voor, terwijl andere alleen in Zuid-Limburg
worden aangetroffen.
Hoe kan je zien of het een
bij, wesp of zweefvlieg is? Ik heb ooit het volgende ezelsbruggetje geleerd:
Een wesp (rechtsboven) heeft lange antennes, een bij (rechtsonder) heeft korte
antennes en een zweefvlieg (links) heeft geen antennes. Maar zoals gebruikelijk
moet je dat niet al te letterlijk nemen. Want
zweefvliegen hebben wel degelijk antennes, maar ze zijn zeer kort. Ze bestaan
net als die van de honingbij uit drie delen maar zijn wezenlijk korter.
Bovendien zijn de antennedelen van de bij sterk verschillend van lengte en die
van de zweefvlieg zijn ongeveer even lang. Zweefvliegen hebben nooit
stuifmeelkorfjes en leven uitsluitend van nectar. Tenslotte hebben zweefvliegen
nooit een legbuis en ontbreekt dus ook de angel.
In ons land komt dus een
groot aantal soorten zweefvliegen voor, maar de verscheidenheid aan wespen is
zelfs groter, namelijk 408 soorten! De grote diversiteit komt o.a. tot uiting
in de grote verschillen in nestbouw, jachtgedrag, voortplanting, parasitisme en
de evolutie van sociaalgedrag.
Het aantal soorten bijen is
ongeveer gelijk aan dat van de zweefvliegen. De 358 bijensoorten die in ons
land leven, bezoeken heel veel verschillende typen bloemen; naast wilde planten
ook een groot aantal cultuurgewassen. Bijen worden dan ook wereldwijd
bedrijfsmatig ingezet als bestuivers. Dit leidt tot grotere oogsten en
vergemakkelijkt de teelt van bepaalde gewassen.
Zweefvliegen, wespen en
bijen. Het zijn slechts drie van de vele insectenfamilies die we rijk zijn. Ik
vind het bijzonder interessante en vaak mooie beestjes, maar door de enorme diversiteit
is het voor een leek (zoals ik) vaak onmogelijk om te achterhalen welk insect
het is. Dat is jammer, maar het beestje is er niet minder mooi om.
(Info: Wikipedia en
Naturalis)
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten