Sorry lieve lezers: ik ben weer eens op pad. Dus geen column over onze altijd boeiende stadswijk, maar mag ik jullie meenemen naar de stad die me het liefste is in Europa, na Groningen uiteraard!
Na een goede maaltijd in het ghetto (ja: Italianen gebruiken dat voor ons wat beladen woord 'gewoon' voor de wijk in hun hoofdstad waar van oudsher de Joodse gemeenschap woont) ben ik weer op mijn logeerkamer in het Koninklijk Nederlands Instituut te Rome (KNIR) beland. Buiten klinkt jazzmuziek, die de opening van een hippe tentoonstelling in de Galeria Nazionale d'Arte Moderna nog feestelijker moet maken, binnen in het KNIR-gebouw zijn wat Nederlandse studenten bezig om voor zichzelf een maaltijd in elkaar te zetten.
Wat doe ik hier, zullen jullie je misschien afvragen. Wel: ik ben hier sinds een paar maanden degene die de bedrijfsvoering 'doet': gebouw, personeel, ict en bibliotheek beheren. Een fantastisch mooie baan voor iemand die Rome lief heeft, die zelf Romeinse geschiedenis en archeologie gestudeerd heeft en ook nog eens managementervaring heeft. Dus ja: wie ben ik dat ik dit doen mag, zo denk ik wel eens.
Rome is natuurlijk een fantastische stad. Toen ik er voor het eerst kwam (1973, als 17-jarige) was ik gelijk door de sfeer van deze stad gepakt. De chaos van het verkeer, de oude zuilen die je op iedere straathoek zo'n beetje tegen komt, de duizenden kerken en kapellen, de vele goede eettenten, de warmte van het zuiden. Vandaag (10 oktober) was het weer zonnig en 21 graden. Hoe zou je dan niet van Roma (omgekeerd: amor) kunnen houden? Bestaat er iets mooiers dan hier een deel van je werk mogen doen?? Jawel, en daarover de volgende keer meer......
Op de plaatjes:
Het museum voor moderne kunst: een klassiek gebouw met zuilen
Het KNIR: een soort van villa in Toscaanse stijl
Logo van het KNIR
Een neptempeltje op een paar honderd meter van het KNIR
Han Borg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten