De eerste dinsdag in
oktober was een heel aangename. De zon scheen, het was droog en er
was weinig bewolking. Er waren nog veel vlinders actief, vooral de
dagpauwoog. Maar het aantal insecten wordt snel minder, zowel de
diversiteit als de aantallen per soort. Daardoor was de ontdekking
van deze opvallende sluipwesp des te leuker.
In Nederland komen
(volgens een overzicht uit 2008) 24.454 soorten dieren voor, 17.920
daarvan zijn insecten en ongeveer een kwart van alle Nederlandse
insectensoorten is sluipwesp. De grote vraag is natuurlijk “Welke
sluipwesp heb ik gefotografeerd?” Gelukkig hebben we Google. De
eerste sluipwesp die ik tegenkwam en er veel op lijkt was het
mannetje van een lid van de familie van de gewone sluipwespen.
Maar
volgens de beschrijving hebben de vrouwtjes van de betreffende soort
een vrij korte legbuis. En dat kan van ‘mijn’ sluipwesp niet
worden gezegd. Na nog wat zoekwerk kwam ik bij een plaatje van de
houtsluipwesp Rhyssa persuasoria en ik dacht: “Dat is haar.”
Maar er zijn verschillende afbeeldingen onder deze naam, o.a. met en
zonder witte vlekken op het achterlijf.
Het op naam brengen
is daardoor erg lastig en daarom spreek ik ook nu weer liever van
“dit zou kunnen zijn” in plaats van “dit is”.
Ook de houtsluipwesp
Rhyssa persuasoria is een sluipwesp uit de familie van de
gewone sluipwespen. Het vrouwtje heeft een legboor die langer is dan
haar lijf. Daarmee kunnen de larven van houtwespen worden bereikt,
die diep in dennenhout zitten. De kleine kop draagt lange antennen.
De lange poten hebben een roodachtige kleur. De vrouwtjes zijn flink
uit de kluiten gewassen. Deze soort meet tot 35 mm en behoort tot de
grootste sluipwespsoorten. De houtsluipwesp zoekt de larven op van
houtwespen die in naaldhout voorkomen. In het hout boort ze een gat,
hetgeen wel een half uur kan duren. Bij het boren draait ze
regelmatig om haar as.
Als het boren klaar is prikt ze de houtwesplarve aan en legt er een
eitje in. Het eitje vloeit als een druppel door het nauwe
legboorkanaal. De larve van de houtsluipwesp ontwikkelt zich volledig
ten koste van de houtwesplarve. In veel gevallen wordt er ook nog een
“gif” in het slachtoffer gespoten. De legboor wordt beschermd
door de schede. Als het vrouwtje gaat boren wordt het achterlijf
opgericht en de legboor wordt tussen haar poten door in het hout
gebracht. De schede steekt daarbij recht naar achteren. Op een
filmpje op Youtube is een eileggend vrouwtje van de houtsluipwesp te
zien:
Info: o.a.
Jetskefotografie.nl
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten