Echt judasoor
Dinsdag 29 december 2009 was het ’s morgens mistig en het had gevroren. Daardoor was alles weer berijpt. Wel minder dan twee weken geleden, maar het zag er ook nu weer fraai uit. Een groot deel van de dag scheen de zon, maar ’s middags werd het kouder en minder aangenaam. Ook nu scharrelde ik weer enkele enkele uren rond op de tuinen van De Wiershoeck, in de hoop iets bijzonders te ontdekken. Maar iets bijzonders was er ook nu niet te zien. Of waren dat misschien de twee kleine muggen die ik zag? Een dag eerder fietsten mijn vrouw en ik een rondje door het noordelijk deel van onze provincie en onderweg zagen we honderden, duizenden wintermuggen dansend in de zon. De wintermug heeft niet snel last van de kou. Als het gaat vriezen wordt de suiker in het bloed omgezet in glycerol, een antivriesmiddel.
Ook dit keer fotografeerde ik op De Wiershoeck mooi berijpte rozenbottels, een berijpte knop van een roos, een berijpte rietpluim en nog een aantal andere best wel leuke winterse plaatjes. Maar voor Beijumnieuws koos ik een foto van een alledaagse zwam: het Echt Judasoor.
Je vraagt je af hoe de zwam aan zo’n merkwaardige naam komt. Men zegt dat Judas (nadat hij Christus had verraden) zich verhing aan een vlier, de boom waarop deze zwam veelvuldig voorkomt. Maar ook op andere loofbomen (beuken en platanen) en struiken groeit deze parasitaire zwam en dan vooral op een kalkhoudende bodem.
De zwam is in het begin glad en komvormig, maar in een later stadium lijkt de zwam op een gerimpeld mensenoor en heeft een diameter van maximaal 8 cm. Het Echt Judasoor komt het gehele jaar voor, maar vooral in de maanden oktober tot en met maart. Het uiterlijk is wisselend. Vochtig is hij zacht, gelatineus en dadelbruin; droog is hij kleiner, donkerder en hard. Maar na een regenbui wordt de zwam weer zacht en mooi bruin. De buitenkant is “fluwelig”.
De zwam is eetbaar en volgens “het boekje” smaakt hij het beste in soepen of stoofpotten.
Ik heb op de vlier ook nog even gezocht naar eitjes van bladluizen, maar ik vond ze niet. Vanwaar toch die belangstelling voor de bladluis? In de loop van dit jaar zag ik op de vlier regelmatig hele “kuddes” bladluizen. Dus ze zullen er ook wel eitjes op hebben gelegd. En in het zeer interessante boek “Met de neus op de grond” van Ton van Wijlen las ik kortgeleden het volgende:
Als één enkele stammoeder haar gang kon gaan om onder de gunstigste milieu-omstandigheden jongen te werpen en ook haar nakomelingen onder de allerbeste omstandigheden aan de voortplanting zouden kunnen deelnemen, dan zou het er op aarde slecht voorstaan! Dan zou die ene stammoeder na driehonderd dagen een nakomelingenschap hebben gekregen die voldoende geweest was om de aarde met een laag luizen ter dikte van één kilometer te bedekken!
Gelukkig zijn de milieu-omstandigheden voor een bladluis niet altijd gunstig en staat de bladluis op het menu van menig vogel en ander dier.
Tekst + Foto : Luit Staghouwer
zondag 3 januari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten