“Als jullie dat nog één keer tegen hem zeggen, dan zwaait er wat. Jullie houden nu direct op, ik wil zoiets niet meer horen! Hebben jullie dat begrepen!? Woede en vertwijfeling vlamden uit haar ogen terwijl ze op de jongens af stapte.
Het gedrag van de vier pubers sloeg abrupt om. Wat is dat nou? Hebben ze soms iets verkeerds gedaan? Ze waren toch alleen maar aan het spelen geweest? Maar de vrouw raasde nog even door. Haar blik en de mijne ontmoetten elkaar een fractie van een seconde. Achter de woede kwam gekwetstheid en verdriet door. Tranen welden op in haar ogen. "Mijnheer, zegt u er eens wat van. Dit kan toch niet?"
Terwijl het er tot een paar minuten geleden nog zo vreedzaam uit zag. De zon scheen en de temperatuur was aangenaam. Medewerkers van een groenbedrijf waren bezig om boomstammen klein te zagen en het hout te ordenen. Onwillekeurig bleef ik even verderop bij een speelveldje staan kijken om te aanschouwen hoe de omstreeks veertienjarige jongens aan het ravotten en voetballen waren.
Dat ging lekker. Maar wat een taalgebruik! Sukkel, loser, kankermongool. Kom hier met die bal, klootzak. Je moet dood jongen. Teringlijer.
Een moeder en zoon kwamen aangefietst. Moeder was omstreeks 35 jaar oud. De leeftijd van zoon was wat moeilijker in te schatten. Zo te zien was het een kind met het Syndroom van Down. Na een minuut zwijgend naar de werkzaamheden rond de stormbomen te hebben gekeken, zette het duo de fietsen op slot en namen ze plaats op een bankje bij het speelveldje. Ze pakten een lunchpakketje, aten een broodje en dronken meegebrachte pakjes drinken. Moeder pakte een vrouwentijdschrift, ze strekte haar benen, deed een leesbril op en begon te lezen. Zoon zat naast haar met z'n benen te wiebelen en hij probeerde het lunchzakje op te blazen en te laten knappen.
Vanuit het groepje jongens kwam de bal z'n kant uit rollen. Was het een verdwaald schot? Een uitnodiging?
Binnen de kortste keren speelde het jongetje met het viertal mee. De lege pakjes drinken deden dienst als doelpalen. Sport kan verbroederen. Samen voetballen op een speelveldje in Beijum ook. Het zag er onschuldig en gezellig uit.
Opeens vloog de moeder als door een wesp gestoken van de bank op en banjerde op hoge poten naar de voetballers toe. Ze trilde van woede toen ze voor een der jongens ging staan en hem toebeet terwijl ze naar haar zoon wees: "Zei jij mongool tegen hem? Zéi jij dat? Zéi jij dat?"
De 'dader' en z'n drie speelkameraadjes stonden met vuurrode koppen als aan de grond genageld. "Nee, neu neu mevrouw, zo bedoelen we dat niet." Het had er even de schijn van alsof de vrouw met haar arm uit zou halen, in plaats daarvan schudde ze de jongen door elkaar heen. "Maar ik heb toch gehoord dat je dat riep. Ik heb het toch gehoord!"
Er werd niet meer gespeeld, De elektrische zagen verder op stopten en de mannen deden hun dempende koptelefoons van de oren om te zien en te horen hoe dit zou aflopen. Mevrouw, antwoordde ik op de vertwijfelde vraag van de geëmotioneerde moeder, het scheldwoord dat u zo kwetst gebruikten de jongens ook al voordat u zoon mee kwam spelen. Ze hadden het de hele tijd over losers, klootzakken en mongolen.
Het viertal keek beschaamd en met rode koppen naar de grond. Er kwam geen stoere krachtterm meer uit de monden.
Moeder kalmeerde en liep met haar zoon naar de fiets om hun weg te vervolgen. De jongens kozen het hazenpad.
De koptelefoons gingen weer op en snerpende geluiden vulden de ruimte. Tijdens het wegfietsen keek het jongetje nog even op. Zal hij zijn nieuw gemaakte vriendjes nog ooit weer zien?
maandag 2 december 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
6 opmerkingen:
Ontroerend..Dank jewel
die jongens hebben er nooit bij stil gestaan wat een kwetsende termen ze gebruikten, en zijn er kennelijk ook nog nooit op aangesproken.
hoop dat ze volgende keer wel een keer extra nadenken wat ze roepen, misschien hebben ze dat er dan in ieder geval van geleerd...
kan me de boosheid van de moeder heel goed voorstellen
Tja, aan de ene kant kan ik het me goed voorstellen. Aan de andere kant, Johans waarneming klopte, ze gebruikten dezelfde termen al voordat die jongen ging meespelen. Wat zou betekenen dat dat groepje hem ter plekke heeft geaccepteerd als medespeler. Uiteraard is het niet zo handig om een jongen met het downsyndroom ook daadwerkelijk mongool te noemen, maar zeer waarschijnlijk hebben ze er niet eens over nagedacht (omdat het dus normaal taalgebruik voor hun is blijkbaar). Alsnog snap ik beide partijen wel. De moeder als door een wesp gestoken.. ja! Zo zou ik ook reageren als het om mijn kind ging. De jongens, geschrokken, want ze hadden echt niet door dat ze wat verkeerds zeiden..
Mooi verhaal Johan, misschien brengt het wat op gang.
Ik ben het ook niet eens met de ruwe taal van die jongens, maar het is momenteel gemeengoed. Dan spreekt het alleen maar van totale en onmiddellijke acceptatie van die jongensgroep naar de ene jongen. Hij was voor hun niet anders! Hinkelend op twee gedachten wacht ik reacties van anderen af..
Het hebben van kinderen maakt ouders kwetsbaar. En nog extra als het kind een kwetsbaarheid heeft zoals in dit geval.
alochtonen...autochtonen...neger's...getinte mensen...mongolen...syndroom van down...
3 voorbeelden van woorden waar tegenwoordig blijkbaar een smet op ligt.
gevoelige snaren...over gevoelig???
gr. therèse
Klopt anoniem van 23.58.. Maar dat is ook logisch, je moet voor iedere centimeter in hulpverleningsland vechten. Beetje stom om te zeggen dat het dan nog meehelpt dat anderen aan de buitenkant kunnen zien dat er wat aan de hand is (is niet naar bedoeld!!) Je springt voor je kinderen in de bres, zeker kinderen die dat zelf niet kunnen. Die jongen zal nooit terug gereageerd hebben met gelijke woorden..
Een reactie posten