donderdag 3 oktober 2013

HET GEZINSLEVEN UIT DE JAREN 40 EN 50

Op de foto ziet u een gedeelte van de ruimte van het Centrum voor Jeugd & Gezin in het Gezondheidscentrum te Beijum. Het ziet er modern uit, van alle hedendaagse gemakken voorzien. Ik stel me voor dat je hier met je baby langs kunt gaan om te onderzoeken of alles in orde is, inentingen, etc. Ik zie een weegschaal en een soort van matrasje waar de baby voor lichamelijk onderzoek op kan liggen. Het kan niet anders, of dit is het zuigelingenbureau. Het doet me terugdenken aan m'n eigen kinderjaren, ik herinner me regelmatig met moeder aan de hand naar een Groene Kruis-bureau in de Kanaalstreek te zijn geweest voor een periodieke controle. Het persoonlijke inentingsboekje uit de periode 1956-1959 is bewaard gebleven en staat hier gepubliceerd. Klik groter om te kunnen bekijken. Uit het Nederlandsch Gezinsboek, jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw, een paar wonderschone citaten over trouwen en kinderen krijgen. Onderstaande tekst is letterlijk, woord voor woord, uit het boek overgenomen. Lees en geniet (maar één kind krijgen was niet best):

Wanneer de bruidegom zijn bruid de echtelijke woning binnenleidt, zingt en jubelt het in zijn ziel. Het blozende bruidje weet en zwijgt. Beiden gaan zij het mysterie tegemoet. Een onvertogen woord moge op den trouwdag, den dag van het wondere geluk, soms zinspelen op dingen, die het jonge vrouwtje de kleur naar de wangen jaagt, het mysterie blijft. En toch, de verwachting komt niet sluipend, niet in het verborgen, maar zij is er. Het is een weten, het is een verlangen. Het jong getrouwde paar staat in het leven. Straks zullen die twee zijn vader en moeder. En het is van het grootste gewicht, dat vader en moeder samen hun kinderen  het begin van een nieuw geslacht opvoeden op zulk een wijze als voor hun eigen welzijn, als voor den vrede in hun gezin, als voor de toekomst voor hun kinderen  als voor hun geluk van samenleving het meest noodig is. De opvoeding van het kind begint reeds voor de geboorte (OO). De verzorging van het kind is een taak van de ouders, ook dan, wanneer het in verwachting zijn van de moeder nog geen sprake is. Vader en moeder samen hebben te bedenken, dat zij een priesterlijke taak hebben ten opzichte van het komende geslacht, ten opzichte van hun kinderen. Het werk van een priester is het brengen van offers. Zoo hebben zij offers te brengen aan hun kinderen die nog niet geboren zijn, zelfs aan de kinderen, wier komst zij nog niet eens verwachten.

De eerste eisch van de opvoeding van de kinderen, die komen kunnen, is deswege de eisch van zelfbeheersching. Er zijn pas getrouwden, wier samenleven is als een genieten in de grootste ongebondenheid. Daarin ligt een gevaar en daarin kan de bron liggen voor een schier eindeloos verdriet in latere jaren. Zij die verwachten, dat zij vandaag of morgen tezamen het wonder beleven zullen, daar zij de hope ontvangen voor een nieuw leven in hun kind, zullen zichzelf moeten beheerschen niet alleen in de verhouding tegen elkander, maar ook in de verhouding tegenover allerlei middelen van genot en tegenover allerlei prikkels die hun worden geboden. Wanneer eenmaal zoover de hope is gerealiseerd, dat na een verwachting gekoesterd mag worden, dat na eenige maanden de jonge menschen zich vader en moeder kunnen noemen, dan rust op beiden de taak, het jonge ontwakende leven met zorg te omringen. Moeder heeft zich te wachten voor opwinding, voor overmatige inspanning, bovenal uitputting voor allerlei genot en door het jagen van dat ééne pleziertje na het andere. Vader heeft zich in acht te nemen, dat hij het zijn jonge vrouw niet moeilijk maakt. Hij heeft haar met teerheid te omringen. De plant der liefde, die bloeien gaat, moet juist in den bloeitijd het kostelijkst worden verzorgd. En dan komt straks de dag van de hoogste spanning, gelukkig schier immer ook de dag van de eerste wondere groote vreugde. 

Er wordt een kind geboren. Het tere, rose, poezelige lichaampje, waarin hoe langer hoe meer de levenskrachten ontwaken, waarin hoe langer hoe meer het leven van ziel en geest zich openbaart, is de vleeschwording van een wonder. Een wonder echter, dat al spoedig ook groote zorgen geeft.
Zorgen, vooral als er mee kinderen komen.
Meer kinderen? Ja waarom niet? Het is niet waar dat een grooter aantal kinderen het levensgeluk minder maakt. Waarachtig, echte diepe vreugde smaken ouders, die trouw zijn jegens elkander juist in het gezinsleven. Trouwens, een kind alleen is in den regel niet een gelukkig wezen. Het eenige kind is heel dikwijls ook sociaal gezien min of meer een mislukking. Het is uiterst moeilijk het eenige kind op te voeden. Kinderen behoeven nu eenmaal de schaaf van den omgang met andere kinderen. 
En twee kinderen? Och, het is zoo jammer dat men op het leven het stelsel van de machine toepast. Heel dikwijls zijn waarlijk de eerste kinderen niet de beste kinderen uit het huwelijksleven.

Twee kinderen niet de beste vruchten uit het huwelijksleven? Het eenige kind is heel dikwijls ook sociaal gezien min of meer een mislukking? Mijn God, wat een tijd! Er worden nog een paar thema's uit het Nederlandsch Gezinsboek behandeld. Zoals het geven van borstvoeding. De gang naar de huisarts. Hoe om te gaan met zuigelingen. Zie ook eerdere blogberichten over het Gezinsboek uit 1947: 2011 en uit 2012

1 opmerking:

Anoniem zei

Wat een therapieen zullen het gevolg zijn van de regels die dit boek stelt .
Op de brandstapel met dit boek !