Beijumse Anna heeft al jaren een poes of een kat. En die mag op de tafel eten, want daarop staat z'n of haar bak met brokken. Sinds twee weken heeft ze een jonge hond erbij in huis genomen. De twee huisdieren verhouden zich niet als de spreekwoordelijke kat en hond, in de betekenis van water en vuur. Ze kunnen juist erg goed met elkaar, ze geven elkaar kopjes, ze likken elkaar af en maken geen ruzie.
Maar ja, de poeskat heeft meer bewegingsvrijheid, het beestje mag op tafel en springt zo bij Anna op schoot. En daar past de hond waarvan de naam is ontschoten niet op, en ook is ie te zwaar. Op tafel is helemaal geen optie.
Gedoe. Janken, smekend kijken, omhoog proberen te komen. En intens jaloers kijken. Waarom jij wel en ik niet? Komt nog bij, het zwarte huisdier heeft in tegenstelling tot de bruine nieuwkomer al lang een plekje in huis veroverd. De hond moet nog wennen en integreren in het gezin. Hij heeft een dubbele achterstand, z'n opponent kan meer en heeft meer verworven rechten.
Honden zijn vaak groter en komen sterker over dan katten en poezen. Maar in feite delven ze steeds het onderspit. Er hoeft maar agressief geblazen te worden, en de viervoeters druipen af.
Zie de foto's links en rechts. Stel dat het twee plaatjes uit een tripverhaal zouden zijn, en er staan twee tekstballonnetjes bij. Wat zouden ze dan denken? De hond: 'Laat mij daar zitten? Of, kom je beneden met me spelen? En de ander: 'Ga jij maar een partijtje blaffen en piepen, ik ben hier de baas?'
Wie zal het zeggen.
1 opmerking:
Projectie Johan ?
Een reactie posten