Afgelopen dinsdag kwam ik weer een paar “oude bekenden”
tegen, maar ook een voor mij nieuw insect. De bloei van verschillende planten
komt nu echt op gang. Als de zon dan ook nog lekker schijnt, dan is het een
plezier om op de tuinen rond te struinen. Helaas was de eerste vlinder te ver
weg en te snel, ik heb niet kunnen zien welke soort het was.
Op een wilgenkatje ontdekte ik een kleine wants. Het is
waarschijnlijk de behaarde wants (Lygus
rugulipennis). Maar veel van dit soort wantsen lijken nogal op elkaar. De
behaarde wants is een onopvallende, maar algemeen wijdverspreide wants die zijn
Nederlandse naam dankt aan de fijne beharing op de vleugels. Hij is 5-6 mm
groot en variabel van kleur, van geelbruin tot paars. Hij komt op veel
kruidachtige planten voor, ook op cultuurplanten als aardappelen en kool. Dat
kan dus schade opleveren. De behaarde wants overwintert als volwassen wants. Er
zijn twee generaties per jaar. Vanaf juli zie je de eerste generatie, vanaf
september de tweede generatie (die dus overwintert).
Ik zag enkele tientallen aardhommelkoninginnen. Bij hommels
overwinteren alleen de (bevruchte) koninginnen. Ze doen dat vaak in de grond,
in een verlaten muizenhol. De hommelkoninginnen ontwaken omstreeks half maart.
De koningin op de foto heeft tijdens de overwintering ongewenst gezelschap
gehad. Hommels hebben vaak last van mijten. Lastig inderdaad deze parasieten,
maar de gaat er niet aan dood. Het gaat meestal om de Tyrophagus laevis, die op het lichaam van de jonge koningin de
winter doorbrengt. De jonge mijten verspreiden zich in het voorjaar op
eenvoudige wijze. Enkele blijven namelijk achter op de bloemen en wachten op
een andere voorbijkomende hommel, waaraan ze zich vlug kunnen hechten.
Mijten zijn kleine geleedpotigen met een lichaam dat niet
duidelijk in twee (zoals bij spinnen) of drie (zoals bij insecten) geledingen
is gedeeld. Men onderscheidt 546 families met meer dan 45.000 soorten waarvan
er ca. 2500 in het water leven en 10.000 parasitair zijn. Verreweg de meeste
mijten zijn met hun grootte van minder dan 0,1 tot 1,0 mm met het blote oog
niet of nauwelijks waar te nemen, hoewel sommige soorten wat groter zijn en een
afmeting van enkele millimeters halen. Mijten zijn verwant aan teken.
Info: tuin-thijs.com, ahw.me en wikipedia.org
Foto + tekst: Luit Staghopuwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten