Op de muur van de boerderij van De Wiershoeck zat deze niet alledaagse vlinder. Omdat hij daar niet mooi was te fotograferen heb ik hem heel voorzichtig op een blad laten overstappen. Na de fotosessie heb ik hem teruggezet op een veilige plek. De vlinder behoort tot de familie van de tandvlinders. Deze familie omvat wereldwijd meer dan 3800 soorten, waarvan er 32 in Nederland zijn waargenomen.
Ze hebben een dik lichaam en een behaard uiterlijk. De meeste soorten hebben lange en smal toelopende voorvleugels die in rust tamelijk dicht tegen het lichaam worden gehouden. Sommige soorten hebben aan de binnenrand van de voorvleugel een tandvormig uitsteeksel dat in rusthouding, wanneer de vlinder zijn vleugels dichtgevouwen heeft, aan de rugzijde zichtbaar is als een opvallende uitstulping.
Tandvlinders kunnen geen voedsel opnemen, ze leven dus niet lang. Hun enige taak is het zorgen voor een volgende generatie. De vlinders worden overdag zelden gezien. De antennen zijn relatief lang en bij de mannetjes meestal geveerd; in rust zijn ze echter meestal niet zichtbaar. De vleugeltekening heeft vaak een duidelijke camouflagefunctie.
Deze in rust op afgebroken berkentakje lijkende nachtvlinder is de wapendrager. De soort kent weinig variatie in uiterlijk en komt in het hele land algemeen voor. De vlinder houdt van open bossen, struwelen en tuinen, met een voorkeur voor kleine bosjes en solitaire bomen op zonnige plaatsen. De wapendrager heeft diverse loofbomen en struiken als waardplant, waaronder wilg, berk, eik, linde en hazelaar. Een waardplant is een plant waarop een vlinder haar eitjes afzet. Dit is meestal de plant waarvan de rups leeft, zodra die uit het ei is gekropen.
De vlinder vliegt van eind april tot begin augustus in één generatie. De vlinders kunnen overdag rustend worden waargenomen op een takje of op de grond (of zoals in dit geval op een muur). Ze vliegen ’s nachts en worden aangetrokken door licht, meestal na middernacht.
De rupsen van de wapendrager zijn aan te treffen in de periode juli-september. Na het uitkomen van de grote eilegsels blijven de rupsen aanvankelijk bijeen en foerageren ze in groepen, zowel overdag als ´s nachts; de volgroeide rupsen leven solitair en worden vaak gezien als ze over de grond kruipen op zoek naar een plaats om zich te verpoppen. De soort overwintert als pop in een holte in de grond.
Info: Wikipedia
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten