Het is een beetje een dubbelzinnige naam. Woest en sluipen is volgens mij geen logische combinatie. Maar het “woeste” van deze sluipvlieg zit niet in het gedrag, maar in het uiterlijk. Deze sluipvlieg dankt zijn naam aan de lange, zwarte en borstelige beharing op het lichaam. Ook vele andere sluipvliegen hebben deze woeste beharing, maar die hebben (en dat is wel handig) een andere naam. De woeste sluipvlieg (Tachina fera) wordt 9 tot 16 millimeter groot en is geen zeldzame verschijning. Aan het geeloranje achterlijf, met in het midden een brede zwarte streep, is deze vlieg gemakkelijk te herkennen. Hij heeft rode ogen en het borststuk is grijsbruin van kleur. Een volwassen sluipvlieg leeft van nectar en honingdauw. De larve van de woeste sluipvlieg voedt zich met rupsen van verschillende vlindersoorten. Sluipwespen leggen hun eitjes in een rups, de woeste sluipvlieg legt de eitjes echter op de bladeren in de buurt van een rups. Uit de eitjes komen larven. De larve wacht totdat er een rups voorbij komt en dringt dan het lichaam van de rups binnen en eet deze vervolgens van binnenuit op. Ongeveer na twee weken komt de vlieg tevoorschijn.
De woeste sluipvlieg is te zien in de maanden april tot en met oktober.
Foto+tekst: Luit Staghouwer
zaterdag 3 oktober 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten