dinsdag 22 september 2015

"HEEFT VAN MESDAG ONTHEFFING GEKREGEN BESTEMMINGSPLAN ONNEMAHEERD?"


Lammert Doedens uit de Onnemaheerd laat het er niet bij zitten, hij wil de onderste steen boven hebben inzake de plannen van Lentis voor de BW (Begeleid Wonen)met forensische patiënten in de Onnemaheerd. Dit schreef hij naar de communicatiemedewerker van Lentis-Forint en naar Beijumnieuws. Gericht aan de afdeling communicatie maar in feite aan heel Lentis-Forint:

Naar aanleiding van de verklaring van de heren Koorman en Mol van woensdag jongstleden:
De Onnemaheerd (Bron: Google Maps)
"Destijds is de daarvoor geldende bestemmingsprocedure gevolgd. Bij BW Beijum waren vanaf het begin 6 plekken beschikbaar voor forensisch psychiatrische cliënten, drie voor cliënten met een tbs-maatregel en 3 voor mensen zonder een forensische titel." 

Mijn vraag is: heeft De van Mesdag kliniek ook ontheffing gekregen van de in het bestemmingsplan vastgelegde bestemming?

Met vriendelijke groeten, Lammert Doedens

Doedens refereert naar de uitspraken van genoemde heren in het bericht dat afgelopen vrijdag werd gepubliceerd en naar het feit dat midden jaren negentig de plannen niet in het bestemmingsplan zouden vallen.

5 opmerkingen:

Kees Huizenga zei

Vanmiddag staat op Beijumnieuws:

“Mijn vraag is: heeft De van Mesdag kliniek ook ontheffing gekregen van de in het bestemmingsplan vastgelegde bestemming?”

1. De Van Mesdag-kliniek moet zijn: Forint Lentis.*

2. “Ontheffing” moet zijn vrijstelling, gegeven het vroegere art. 19, leden 1 t/m 4, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud).

Kunnen deze twee ernstige fouten misschien veranderd worden?

Mijn mening is dat uit het korte bericht uit de Groninger Gezinsbode van 23 okt. 1997 afgeleid kan worden, dat de gemeenteraad van Groningen vrijstelling heeft verleend om af te mogen wijken van het toenmalige bestemmingsplan, gegeven het Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd. Zie mijn reacties op Beijumnieuws van afgelopen zondag.
Met andere woorden: Lammert Doedens c.s. moeten op zoek naar een raadsbesluit hierover. Ook naar het raadsbesluit inzake dat Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd. De griffie van de gemeenteraad kan hierover benaderd worden. Of de Afdeling Ruimtelijke Plassen. Naast de te raadplegen Beijumkranten en de Noord Oost Koeriers van 1997/1998.

* Noot

Er wordt vrijstelling verleend om af te mogen wijken van het geldende bestemmingsplan, waarvan de gemeente Groningen de intellectuele eigenaar is. Die vrijstelling is formeel niet verleend aan Forint Lentis of aan Lentis (de moedermaatschappij). Wel wordt vrijstelling verleend “ten behoeve van de verwezenlijking van een project”. Zie art 19 WRO-oud. De vrijstelling wordt dus niet verleend aan een initiatiefnemer van een bepaald project.


Vanwege bovenstaande argumentatie kan de zin van Lammert Doedens luiden:

Heeft de gemeenteraad van Groningen (of het College van B&W) in 1997 vrijstelling verleend om af te mogen wijken van de bepalingen in het vroegere bestemmingsplan m.b.t. de vijf nieuwe Lentis-woningen aan de Onnemaheerd (de Lentis-locatie)?

Het antwoord is ja. Reeds bekend. Anders was er toch geen bouwvergunning afgegeven? Lees nogmaals de tekst in de GG van 23 okt. 1997! En, ik herhaal, mijn reacties van zondag.

Basaal is dat Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd om af te mogen wijken van het bestemmingsplan (= de goede ruimtelijke onderbouwing), hoewel de buurt zeer waarschijnlijk van niets wist.
Waarom niet: omdat de buurt niet mocht weten dat mensen met een zwaar justitieel verleden aan de Onnemaheerd kwamen wonen!

DE BUURT VOOR ONMONDIG VERKLAREN!



Bovendien: aan de Onnemaheerd wonen niet alleen personen, die van het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag afkomstig zijn!
Dat werd medegedeeld op 14 sept. 2015 in De Bron.

Vanaf de bouw van de vijf Lentis-woningen in 1997/1998 is Forint Lentis, naar ik mag aannemen, de baas aan de Onnemaheerd. Negen (6 + 3 = 9) van de twaalf geplaatste personen zijn met Justitie in aanraking geweest. Vanaf 1998. Gerard Koorman is de directeur Algemene Zaken van Forint Lentis.


De grote vraag is: wat stond er in de woonvergunningsaanvraag van 1998 (na de nieuwbouw)?

Wie was de aanvrager?

Kees Huizenga zei

Ik maakte gisteravond een grappige fout. Mijn tekst verwees naar de "Afdeling Ruimtelijke Plassen".

Ik bedoelde de Afdeling Ruimtelijke Plannen. Omdat de dienst RO/EZ niet meer bestaat.

Het betrokken gebied is het in verleden misschien best een plas of een moeras geweest. Wat borrelt er uit het verleden naar boven? Wat voor geur komt er uit de duistere krochten van de Lentis-locatie aan de Onnemaheerd?

Er wordt veldwerk verricht door een waakhond. Misschien helpt een keeshond...

Kees Huizenga zei

Hierbij informatie van de link van afgelopen zondagavond:

http://www.av-consulting.nl/activiteiten/Ruimtelijke_Onderbouwing.htm


Citaat: zie met name punt 5.


“Ruimtelijke Onderbouwing!


De inhoud van de Ruimtelijke Onderbouwing komt in hoofdlijnen overeen met de onderwerpen die in een bestemmingsplan voorkomen.

In de ruimtelijke onderbouwing dienen tenminste de volgende onderdelen te worden behandeld:

1. Beschrijving van het project;
2. De geldende planologische situatie;
3. De visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het gebied;
4. De ruimtelijke effecten van het project op de omgeving;
5. Rapportage van de gehouden inspraak;
6. Verantwoording van de economische uitvoerbaarheid;
7. Toets aan rijks-, regionaal- en provinciaal beleid;
8. Toets aan de milieuwetgeving;
9. Afweging van betrokken cultuurhistorische belangen.

De gemeente is verantwoordelijk voor de Ruimtelijke Onderbouwing en zal veelal hiervoor een bijdrage verlangen van de initiatiefnemer, zoals bijvoorbeeld de projectontwikkelaar, de particulier of de aannemer.
De ruimtelijke onderbouwing vindt zijn basis in de structuurvisie of een ontwerpbestemmingsplan alsmede de door de gemeente vastgestelde beleidsnota's.

De praktijk leert dat de gemeente de diverse onderzoeken die noodzakelijk zijn voor een goede en zorgvuldige Ruimtelijke Onderbouwing zal vragen aan de initiatiefnemers en zelf het algemene deel van de Ruimtelijke Onderbouwing voor haar rekening zal nemen. Relevante milieugegevens kunnen o.a. worden ontleend aan een (aanvullende) milieueffectrapportage en aan vergunningen ingevolge de Wet Milieubeheer en de Wet Geluidhinder.
Ingenieursbureau AV-Consulting B.V. kan u helpen bij het aanleveren van de noodzakelijke stukken en rapportages. Ook kunnen wij de volledige ruimtelijke onderbouwing voor onze rekening nemen. Veel van deze onderzoeken kan AV-Consulting zelf uitvoeren, zoals bijvoorbeeld alle milieuonderzoeken, andere specialistische thema's worden in samenwerking met relatiebureaus uitgevoerd (bijvoorbeeld archeologie en externe veiligheid).”

Zie tevens deze voorwaarden:

”Externe veiligheid

1. Externe veiligheidsrapportage, quick-scan groepsrisico en individueel risico;
2. Individueel risico.”

Einde citaat.


De vraag is of de gemeente Groningen heeft gehandeld naar de vroegere "Gedragscode Bewonersorganisaties - gemeente Groningen" d.d. 28 april 1994. Zie met name punt 2 inzake "Planontwikkeling" en punt 5 inzake "Informatievoorziening / Communicatie".

Wat wist de BOB in 1997/1998?

Wat wist de toenmalige stadsdeelcoördinator van Noorddijk, de heer Wim Klein?

Wilt u citaten uit deze gedragscode?

Kees Huizenga zei

Hierbij enkele citaten uit de "Gedragscode Bewonersorganisaties – gemeente Groningen" d.d. 28 april 1994, mede ondertekend door oud-wethouder Henk Pijlman. Hoe met elkaar om te gaan?
Deze Gedragscode was zeker van toepassing in 1997/1998.


Ik citeer § 2 over “Planontwikkeling”:

“* Bij de start van elke planontwikkeling in de wijk wordt met de bewonersorganisatie afgesproken hoe de bewoners bij de planontwikkeling worden betrokken en hoe de gemeente de bewoners in de wijk over de planontwikkeling informeert.
Permanent aandachtspunt daarbij is of de bewonersorganisatie vindt dat zij voldoende in de gelegenheid is om haar taken ten aanzien van deze planontwikkeling uit te voeren.

* Zoals omschreven in de gemeentelijke ‘Verordening Bewonersorganisaties’ is de taak van de bewonersorganisatie in ieder geval:
- informatie te verspreiden onder de bewoners van de wijk;
- te bevorderen dat de bewoners van de wijk deelnemen aan het overleg rond onderwerpen die de wijk betreffen en voor de bewoners van belang zijn;
- opvattingen en wensen van wijkbewoners te verzamelen en in hun verscheidenheid in de vorm van adviezen door te geven aan derden, met name aan het gemeentebestuur.”


Ik citeer § 5 over “Informatievoorziening/Communicatie”:
“- Bewonersorganisaties hebben recht op informatie over alle ontwikkelingen die zich in hun wijk afspelen. De informatie wordt verstrekt op een tijdstip waarop de bewonersorganisatie nog invloed kan uitoefenen op de besluitvorming;

- Elke nota die naar de bewonersorganisatie wordt verzonden, moet voorzien zijn van een voorblad met daarop: onderwerp, status, procedure na besluitvorming, concrete vraag aan de bewonersorganisatie, uiterste datum van reageren, reactie-adres, contactpersoon bij de gemeente, inclusief telefoonnummer, en datum van uitgifte.”
Einde citaat.


De basale vragen zijn volgens mij:

1. wat wist het bestuur van de BOB over de Onnemaheerd-Lentiszaak in 1997/1998? Over het Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd en de gegeven vrijstelling van het vroegere bestemmingsplan voor dit deel van Beijum.

2. wat heeft de vroegere stadsdeelcoördinator van Noorddijk in 1997/1998 medegedeeld aan de BOB? Of moest geheimhouding worden betracht?

3. is er in 1997 een buurtoverleg of inspraakbijeenkomst geweest inzake de bouw van die vijf Lentiswoningen? Zo nee, waarom niet? Ik verwijs naar de Algemene Inspraakverordening.

4. waarom is de wijk Beijum tot 14 september 2015 in formele zin niet geïnformeerd over de huisvesting van negen wisselende personen (9 van de 12) die met Justitie en de strafrechter in aanraking zijn geweest? Zie ook vraag 6.

5. waarom is deze huisvesting steeds Beschermd/Begeleid Wonen Beijum genoemd? In combinatie met het gebruik van de afkorting RIBW (Regionale Instelling voor Beschermende Woonvormen).*

6. wat stond er precies in de afgegeven woonvergunning voor deze Lentiswoningen (in 1998)? Stond hierin de huisvesting van merendeels forensisch psychiatrische patiënten of werd een meer verzachtende terminologie gehanteerd?
Welke organisatie was de aanvrager van die woonvergunning? Als de aanvrager Forint Lentis was, dan had de gemeente kunnen weten dat er forensisch psychiatrische patiënten aan de Onnemaheerd zouden worden gehuisvest. B&W hebben de onderzoeksplicht om alle relevante gegevens rondom een woonvergunning boven tafel te krijgen.

7. waarom is dat Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd later niet opgenomen in het Bestemmingsplan Beijum, waarin voor de Lentiswoningen aan de Onnemaheerd nog steeds de bestemming “wonen” staat?


* Noot: een RIBW heeft in de praktijk geen relatie met forensische psychiatrie.

Zie onder meer:

http://www.lister.nl/lister/meer-informatie/veelgestelde-vragen/

Kees Huizenga zei

Het bestuur van de BOB heeft voor de BOB-AV van vanavond een concept-AV-besluit gemaakt (een bestuursvoorstel), waarin de woorden van de burgemeester van Groningen van 9 september 2015 binnen de raadscommissie Financiën en Veiligheid worden aangehaald. Over “een uit de hand gelopen gerucht”, terwijl de realiteit nog veel erger is!

Het gaat niet over “een uit de hand gelopen gerucht”! De wijk Beijum is vanaf 1997 t/m 23 augustus 2015 (met dank aan Beijumnieuws op 24 aug. 2015) niet zorgvuldig, niet volledig, niet tijdig, niet transparant en niet professioneel geïnformeerd. Wijkbewoners zijn objectiveerbaar voor onmondig verklaard. Vandaar die terechte boosheid in de wijk. Niet alleen aan de Onnemaheerd!