zondag 2 maart 2014

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (176)

Het is natuurlijk nog te vroeg om nu al te roepen dat het voorjaar is begonnen, maar afgelopen dinsdag leek het daar toch wel heel sterk op. Een groot deel van de dag scheen de zon en was het heerlijk om buiten te zijn. De vogels laten zich steeds duidelijker horen en er komt meer “beweging” in de natuur.

De eerste koninginnen van de aardhommel vliegen weer hoorbaar in het rond. Ze zullen binnenkort in de grond een nieuw nest maken en daar werken aan een nieuw volk. De koningin maakt in de nestruimte een bolvormig nest van fijne plantendeeltjes. Ze bouwt van was een soort voorraadpotje en vult dat met nectar; handig voor als het geen weer is om uit te vliegen...Dan legt ze een aantal eieren en gaat er bovenop zitten. Ze weet de eieren warm te houden (ca. 30ยบ C) terwijl het in april buiten veel kouder kan zijn! Na vier dagen komen de eitjes uit en dan begint de moeder haar larfkinderen vol te stoppen met stuifmeel en nectar. Als de larven dik genoeg zijn houden ze op met eten en gaan zich verpoppen. Na twee tot drie weken komen er jonge hommeltjes uit de cocons. Vanaf dat moment heeft de koningin werksters om zich heen die haar met van alles gaan helpen; nest warm en schoon houden, nieuwe broedcellen opbouwen, larven voeren en voedsel halen.

Er vloog een kleine vos en een citroenvlinder. De citroenvlinder is een van de langstlevende soorten die als imago meer dan een jaar oud kan worden. De vliegtijd is van juli tot en met oktober en van februari tot en met mei. In de tussentijd wordt een winterslaap gehouden in holten in bomen of lage, groene struiken zodat de vlinder goed gecamoufleerd is en moeilijk te vinden. Ook als het imago rond juni uit zijn pop komt wordt al snel een soort zomerslaap gehouden. Hierdoor wordt het grootste deel van het relatief lange leven al rustend doorgebracht.

Op De Wiershoeck hebben minimaal twee soorten gewone sluipwespen overwinterd. Wereldwijd zijn er ongeveer 22.000 soorten bekend. Het zijn slankgebouwde insecten met een zeer dunne “wespentaille”. De lichaamslengte varieert van 0,3 tot 4,2 cm. Het vrouwtje heeft een lange legboor waarmee ze haar eitjes afzet in de larven of poppen van andere insecten. De larven eten hun gastheer van binnenuit op. Enkele sluipwespen worden op grote schaal uitgezet voor de biologische bestrijding van plaaginsecten, zoals bladluizen en witte vlieg.

Bij de bijenstal begint het weer voorzichtig te zoemen en de eerste honingbijen verzamelen al weer stuifmeel aan hun achterpootjes. Op de helleborus zag ik bijen met wit stuifmeel en op de krokus met oranje stuifmeel. De bijen hebben een stuifmeelkorfje op hun achterpoten waarin ze het stuifmeel verzamelen en naar de kast vervoeren. Het stuifmeel wordt eerst in cellen opgeslagen. Een bij die stuifmeel in een cel wil doen, steekt haar achterlijf inclusief de achterpoten in een cel. Vervolgens veegt ze met de ene achterpoot het stuifmeel van de andere. T.z.t. worden de klompjes met de kop aangestampt. Bijen oogsten dit stuifmeel als bron van eiwitten, vetten en vitaminen. Bijenlarven hebben vanaf de derde dag nadat ze uit het ei zijn gekropen deze plantaardige eiwitten, vetten en vitaminen nodig. Een bijenvolk verzameld daartoe zo'n 30 - 40 kilogram stuifmeel per jaar.

Bron: Wikipedia, http://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php/http://members.chello.nl/

Foto + tekst: Luit Staghouwer

1 opmerking:

Anoniem zei

Luit, wat maak jij ontzettend mooie foto's. Bedankt daarvoor!