Bij voorkeur gebruik
ik voor mijn bijdrage aan Beijumnieuws een actueel plaatje, maar soms
heb je pech en lukt dat niet. Dat was dit keer ook het geval. Het was
bloedheet en er viel bijzonder weinig te zien. Een dag ‘hard
werken’ leverde geen bruikbaar plaatje op, daarom koos ik voor een
plaatje van een paar weken geleden.
Het mannetje
citroenvlinder (links) is meer geel, het vrouwtje (rechts) meer groen
van kleur, maar dit is in het veld niet altijd even eenvoudig te
zien. De vrouwtjes zijn ook veel bleker van kleur en worden soms
verward met de witjes. De vlinders vallen zowel in vlucht als bij
bezoek aan bloemen goed op. Zelfs op tientallen meters afstand is in
het bos in het vroege voorjaar een patrouillerend mannetje van de
citroenvlinder gemakkelijk te herkennen. De vlinder heeft aan de
voorvleugel een puntige vleugelpunt; aan de achtervleugel bevindt
zich halverwege de achterrand een duidelijk puntje.
De citroenvlinder
komt voor in grote delen van Noord-Afrika, delen van Aziƫ en in
grote delen van Europa, ook in Nederland en Belgiƫ. De vlinder is
een zwervende soort die overal kan worden aangetroffen maar vlak
voordat er gepaard moet worden zoeken de vlinders de waardplanten op.
De enige twee soorten waarvan de rupsen kunnen leven zijn sporkehout
en wegedoorn, die in en rond bossen en houtwallen groeien. Rond de
paartijd kunnen de vlinders hier massaal worden aangetroffen.
De citroenvlinder is een van de langstlevende soorten en kan als
imago meer dan een jaar oud worden. De vliegtijd is van juli tot en
met oktober en van februari tot en met mei. In de winter verstoppen
citroenvlinders zich onder planten, onder bladeren, in holle bomen of
tussen takkenbossen. Daar blijven ze de hele winter zitten, zelfs als
het sneeuwt. Zodra het in het voorjaar warm genoeg is, komen ze weer
te voorschijn. De citroenvlinder vliegt dus in het voorjaar vaak als
eerste vlinder weer rond! Ze gaan dan op een zonnig plekje zitten om
op te warmen. Ook als de imago rond juni uit zijn pop komt wordt al
snel een soort zomerslaap gehouden. Hierdoor wordt het grootste deel
van het relatief lange leven al rustend doorgebracht. De
citroenvlinder is een goede vlieger die flinke afstanden af kan
leggen. Hij is vaak op zoek naar planten om genoeg nectar te kunnen
drinken.
De rups meet
ongeveer vier centimeter, heeft een langgerekt groen lijf met een
witte lengtestreep langs de gehele zijkant. De rups neemt de groene
kleur van de voedselplant aan. Over het hele lichaam zit een niet
dichte, zwarte beharing. De rupsen ontwikkelen zich zeer snel in drie
tot vijf weken, ook de pop is groen van kleur en moeilijk te zien.
het duurt ongeveer 8 dagen voor de vlinder uit de pop komt.
Info: Wikipedia,
Vlindernet.nl en Vlinderskijken.nl
Foto +tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten