maandag 1 februari 2016

HOE NU VERDER, LAMMERT DOEDENS? (Graaf Adolf, Dna, Göttingen...)

Het is ain roadsel bin'n ain roadsel. Aldus Lammert Doedens afgelopen zaterdag bij Radio Beijum over z'n mogelijke ontdekking dat het graf van Graaf Adolf van Nassau in de Lamberti-Kirche te Oldenburg ligt.

Han Borg in gesprek met Lammert Doedens
De afgelopen twee weken was hij op tv, op de radio en stond hij in verschillende kranten. In het eigen Beijum kwam hij aan de radiotafel vertellen over hoe en wat nu verder. Antropologen van de Universiteit van Göttingen zullen het dna onderzoek gaan uitvoeren. Komt er een match uit? Dan heeft Lammert Doedens uit Beijum een superontdekking gedaan.

Lezers die zich afvragen waar dit in hemelsnaam over gaat, lees nog eens de berichtgeving van ruim een half jaar geleden op Beijumnieuws. Zie het eerst gepubliceerde stuk over deze kwestie ooit hier. En een video over het bezoek aan de Lamberti-Kirche is hier te zien.

Er gilt in den Niederlanden als eine Art Held, als Freiheitskämpfer allemal. Sein Name taucht in der holländischen Nationalhymne auf (vierte Strophe zwar, aber immerhin). Kurzum: „Er ist in Holland eine Legende“, sagen Lammert Doedens und Ralph Hennings. Der Groninger Historiker und der Oldenburger Theologe müssen es wissen, schließlich dreht sich zurzeit bei ihnen alles um „ihn“. Um den holländischen Grafen Adolf von Nassau (1540-1568).
Seit die beiden ihre These veröffentlicht haben, Adolfs sterbliche Überreste lägen in einem Sammelsarg im Heizungskeller der Lambertikirche (die NWZ  berichtete), sorgt der Bruder des großen holländischen Fürsten Wilhelm von Oranien für Aufregung. „Was geschah mit Graf Adolf?“, fragt bang das Adels-Internetportal www.nettyroyal.nl, und die Amsterdamer Zeitung „Trouw“ jubelt: „Endlich liegt Adolf richtig“. (Lees verder: NWZ/online)
(Zet het geluid van de video iets harder, Doedens spreekt Grunnings en Nederlands...)

5 opmerkingen:

Kees Huizenga zei

Zie verder:

http://www.rtvnoord.nl/nieuws/158885/DNA-test-voor-Graaf-Adolf-in-Duitsland

https://www.facebook.com/people/Lammert-Doedens/100010410095317

Kees Huizenga zei

En:

http://www.npogeschiedenis.nl/speler.RBX_VPRO_3129004.html

Vanaf minuut 44.

Jaap ter Haar schreef een prachtig boek over "Willem van Oranje", Uitgeverij Omniboek, Kampen, 2009. Zie met name hoofdstuk 8 over het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Op pagina 86 staat te lezen dat stadhouder Aremberg zich op graaf Adolf heeft gestort (een ruiteraanval) en hem vervolgens heeft gedood, evenals de twee ruiters die graaf Adolf terzijde stonden.

Lammert Doedens geeft een andere duiding op NPO Geschiedenis.

Zie verder van Jaap ter Haar:

https://www.bol.com/nl/p/geschiedenis-der-lage-landen-4-delen/1001004005446644/

Uit 1979 (eerste druk).

Het boek over Willem van Oranje is onderdeel van "Geschiedenis der Lage Landen".

Kees Huizenga zei

Zie ook dit document:

http://www.dodenakkers.nl/artikelen/oranje/232-adolf.html

“Het geheim gehouden graf van Graaf Adolf van Nassau”

Geschreven door René ten Dam en Maarten Mulder op 22 juli 2009. Deze heren hebben een andere mening over de laatste rustplaats van graaf Adolf dan Lammert Doedens.

Citaat (in twee delen):

Deel 1

“DE SLAG BIJ HEILIGERLEE

Op 23 april 1568 trok Lodewijk van Nassau via Leer Nederland binnen en bezette een dag later de Wedderborg. De Wedderborg was bezit van de katholieke Jean de Ligne, graaf van Aremberg en stadhouder van Friesland, Groningen en Overijssel, die het in 1561 gekocht had. Lodewijk was het om de stad Groningen te doen, maar dat hield de poorten gesloten. De Spaanse (of beter: de Spaansgezinde) en de vaderlandse troepen ontmoetten elkaar op de gronden van het vrouwenklooster Mons Sinaï. Dit klooster was gesticht in 1230 door Herderic van Schildwolde te Oosterlee, dat later de naam Heiligerlee kreeg.
Nadat de Spanjaarden in een hinderlaag waren gelokt, sloeg het paard van Graaf Adolf op hol. Adolf kwam terecht tussen de vijandelijke troepen en vond de dood. Ook zijn tegenstander, Graaf van Aremberg, verloor het leven in de strijd. Volgens sommige bronnen zou het lichaam van Adolf nooit zijn teruggevonden. Er zijn bronnen, die een ander verhaal vertellen. Zo zouden Aremberg en Adolf samen zijn opgebaard in de kloosterkerk van Mons Sinaï. Van daaruit zou Adolf zijn begraven in Midwolda, en later overgebracht naar de grote kerk van Emden (Oost- Friesland). Weer een andere bron meldt dat Adolf, na te zijn opgebaard in de kloosterkerk, met militaire eer werd bijgezet in het kasteel te Wedde. En van daar zou hij zijn overgebracht naar een stamslot in Oost-Friesland.

Dat Adolf zou zijn bijgezet in de Wedderborg mag twijfelachtig heten, aangezien deze borg het middelpunt bleef van de strijd tussen de Spaanse troepen en Lodewijk. Waarschijnlijker is dat de grote kerk van Emden zijn laatste rustplaats is geweest, omdat de protestanten uit de Nederlanden hier immers hun toevlucht hadden gevonden. Vanuit deze kerk, die de naam "Moederkerk" kreeg, werden predikanten uitgezonden naar de diverse plaatsen in de Nederlanden en in deze kerk werd in 1571 de eerste nationale synode gehouden van de Gereformeerde kerk der Nederlanden.”

Kees Huizenga zei

Deel 2

“In het raadhuis van Emden is het harnas van Adolf van Nassau nog te zien. Dit lijkt er op te wijzen dat zijn lichaam in ieder geval is teruggevonden en vervoerd naar Emden. In de Tweede Wereldoorlog werd de grote kerk van Emden zeer ernstig beschadigd. Op een enkel grafmonument en enkele grafstenen na, is van het interieur weinig overgebleven. Binnen de ruïne is eind twintigste eeuw een protestantse bibliotheek gebouwd: de Johannes a Lasco Bibliothek. Akten in het stadsarchief van Emden geven geen enkel uitsluitsel over een mogelijke laatste rustplaats van Graaf Adolf.

In zijn artikel Adolf von Nassau (1540-1568).“Waar is Graaf Adolf gebleven!” in 'Verlorene Geschichten' komt Klaas-Dieter Voss, wetenschappelijk medewerker van genoemde Johannes a Lasco Bibliotheek, echter tot een opmerkelijke conclusie. Op grond van zijn zeer gedegen onderzoek kunnen we nagenoeg voor zeker aannemen, dat Graaf Adolf zijn laatste rustplaats heeft gevonden in de Grote Kerk van Emden.
Voss baseert zich met name op de uitspraken van twee belangrijke chroniqueurs namelijk Henricus Paulinus ( gestorven in 1602), secretaris van de stad Emden en Abel Eppens tho Equart (1534- 1590), eigenerfde boer, schrijver en gedeputeerde van de Ommelanden. Beiden leefden en waren werkzaam ten tijde van de gebeurtenissen rondom de slag bij Heiligerlee.
Als vluchteling vanwege zijn protestantse geloofsovertuiging verbleef Eppens in Emden van 1580 tot zijn dood in 1590. Van de hand van Paulinus verscheen in 1663 te Emden zijn Rerum Belgicarum Historia Philippo II Hispaniarum Rege et Belgarum Principe. Van de hand van Abel Eppens verscheen het werk, dat we kennen als De Kroniek van Abel Eppens tho Equart. Spreekt Paulinus in zijn genoemd werk van het overbrengen van het stoffelijk overschot naar een naburige stad in het Duitse Rijk, Eppens noemt de stad met name. In zijn Kroniek plaatst hij na de bekende regels uit het Wilhelmus: “Graeff Adolf is ghebleven in Vrieslandt in den slach, Zijn zeel int ewich leven verwacht den jongsten dach”,tussen haken: (“to Embden begraven int portael van der heren graffenisse”).
Paulinus heeft de stad dus niet met name genoemd. Het zal daarmee te maken hebben gehad, dat de schrijver wilde waken voor de neutraliteit van de stad. Ongetwijfeld is dat ook de reden geweest, dat Graaf Adolf niet in de grafkelder van de Graven van Ostfriesland en zonder al teveel ophef ter aarde werd besteld; wel in de Grote Kerk, maar zonder een zerk waarop zijn naam en waardigheid zou zijn vermeld. Waar zich dan dat graf zou moeten bevinden, daarvan spreekt, zoals reeds gememoreerd, Eppens. Het zogenaamde Gruftbuch van de Grote Kerk, dat in het begin van de 17e eeuw werd aangelegd door het lid van de Raad van de stad Emden Joh. Djurken, maakt een en ander nog concreter. Uit dit Gruftbuch valt op te maken, dat Graaf Adolf begraven moet zijn in een graf (beschreven als “Dat Grafft int Poortael”), dat beschikbaar werd gesteld door de uit Groningen afkomstige Evert Janssen.

Belangrijker en doorslaggevender echter dan de vraag of dit wel een graf was overeenkomstig de waardigheid van Graaf Adolf is ongetwijfeld de overweging geweest niet te verwijzen naar het stoffelijk overschot om zo te voorkomen, dat het ooit in handen zou kunnen vallen van vijandige troepen.”

Einde citaat Stichting Dodenakkers.nl.


De weggelaten tekst uit "Het Wilhelmus", maar aangevuld door Abel Eppens (tussen haakjes), vind ik wel een belangrijk en interessant argument. Ik doel op: (“to Embden begraven int portael van der heren graffenisse”). Graag de reactie hierop van Lammert Doedens.

"Het Wilhelmus" is enkele jaren na 1568 geschreven. De toevoeging tussen haakjes was voor Abel Eppens - als kroniekschrijver, gedeputeerde van de Ommelanden en mogelijk als vluchteling in Emden - kennelijk zeer actueel en relevant. De vraag is: hoe kwam Abel Eppens aan deze informatie? Wie was zijn bron (in Emden of rondom Heiligerlee)?

Kees Huizenga zei

Abel Eppens overleed in 1590. Pas in het begin van de 17-de eeuw werd, zoals boven aangetoond, door Joh. Djurken het grafboek van de Grote Kerk van Emden opgezet. Abel Eppens heeft Joh. Djurken waarschijnlijk niet gekend.
Hilmer Djurken was omstreeks 1578 burgemeester van Emden. Onderzocht dient te worden of er familieverwantschap is tussen Joh. Djurken (lid van de Raad van de stad Emden) en burgemeester Hilmer Djurken. Ze woonden in dezelfde stad Emden en waren beiden publieke personen/notabelen. De tijdkloof bedraagt 30-40 jaren.

Zie: https://books.google.nl/books?id=3GUfBl7Ne7UC&pg=PA294&lpg=PA294&dq=Johannes+Djurken+aus+Emden&source=bl&ots=H-677OLyfC&sig=hdbFPomIR46ZXMbRY7GPPkkGcPk&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwjRkbmz1tfKAhXCXw8KHQQYDSwQ6AEIMzAC#v=onepage&q=Johannes%20Djurken%20aus%20Emden&f=false

"Ubbo Emmius: Leben, Umwelt, Nachlass und Gegenwart"

Eine Biographie von Gudrun Anne Dekker, Books on Demand GmbH, Norderstedt, © 2010.

De pagina's 294 en 296.

Wist deze burgemeester Hilmer Djurken van de hoed en de rand? Was Hilmer Djurken de bron van Abel Eppens? Als oud-gedeputeerde van de Ommelanden had Abel Eppens misschien toegang tot de aristocratie van Oost-Friesland, waaronder de stad Emden, alwaar hij verbleef tussen 1580 en 1590.

Vraag: wie is Evert Janssen uit Groningen?