zondag 5 september 2010

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (49)

Bijenwolf
Soms vraag je je af waarom een insect heet zoals het heet. Uiteraard is de Bijenwolf geen wolf, het is ook geen bij. Het is een graafwesp. Tijdens één van mijn rondzwervingen door het labyrint op de Schooltuinen zag ik een wespachtig insect met een opvallende witte (witgele) tekening op de voorkant van de kop. Gelukkig was het geen schuwe en/of agressieve wesp en kon ik er een paar foto’s van maken (rechtsonder).

Een week later zag ik op De Wiershoeck weer zo’n vreemde wesp, maar met een iets andere tekening op het “aangezicht”. Deze was ook aanzienlijk groter dan de vorige. Gelukkig was er die dag een prachtige gids met duidelijke foto’s en beschrijvingen bij de hand. Bij het doorbladeren van de gids ontdekten we dat we een vrouwtje Bijenwolf hadden gezien. Het vrouwtje is 13-17 mm groot, het mannetje is ongeveer een halve centimeter kleiner. Ik had al een paar foto’s kunnen maken en ongeveer twee uur later zat het vrouwtje nog steeds op dezelfde Stokroos en liet zich opnieuw geduldig fotograferen. Misschien zat ze zich een beetje op te warmen na de regenbui eerder op de dag.

De Bijenwolf is te herkennen aan het witte (witgele) kopschild met daarboven een “kroontje”. De oppervlakte van het wit kan echter nogal verschillen en op sommige plaatsen kan het zwart op de kop rood zijn. Dat maakt het herkennen van de soort er niet eenvoudiger op, zeker niet voor een leek.

Dat we de Bijenwolf aantreffen in de tuinen van De Wiershoeck en de Schooltuinen is niet verwonderlijk. Deze graafwesp jaagt vooral op Honingbijen die op bloemen nectar verzamelen. De Bijenwolf vangt de Honingbij en verlamt de bij met haar gifangel. Natuurlijk probeert de Honingbij zich met haar gifangel te verdedigen, maar haar angel glijdt meestal weg over het gladde en harde lichaam van de Bijenwolf.
Nadat de Bijenwolf een Honingbij heeft gevangen, drukt zij de bij plat waardoor er een druppel nectar van de tong van de bij loopt. Dit is voedsel voor de Bijenwolf. Daarna wordt de prooi naar het (in de grond of wand) gegraven nest van de Bijenwolf gevlogen. De prooi wordt het nest binnengebracht. Voor elke nieuwe Bijenwolf zijn 2 tot 6 prooien nodig (voor vrouwtjes meer dan voor mannetjes), op de laatst binnengebrachte prooi wordt een eitje gelegd. Het eitje wordt al snel een larve en gebruikelijk verpopt de larve pas in het volgende voorjaar. In warme zomers kan de verpopping nog hetzelfde jaar plaatsvinden en wordt er in de nazomer een tweede generatie geboren.

De Bijenwolf is een niet veel voorkomende wespensoort en over het algemeen is ze geen bedreiging voor de imkerij.


Foto+ tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen: