Op de Kinderwerktuin zag ik een dood takje met daarop een
paar helder gekleurde zwammetjes. Het zijn gele trilzwammen (Tremella mesenterica). De gele trilzwam wordt
doorgaans aangetroffen op rottend hout (dode takken die nog aan de boom zitten,
gevallen takken of dode wortels). Toch is het geen saprotrofe soort (opruimer
van dood materiaal), maar een parasiet die het mycelium van verschillende
soorten schorszwammen aantast. De
zwamvlok of mycelium is het netwerk van alle draden van een schimmel.
Het geleiachtige vruchtlichaam van de gele trilzwam is
glanzend geel tot knaloranje van kleur en kan flinke afmetingen bereiken (wel
10 cm). Jonge exemplaren zijn lichtgeel. De paddenstoel komt over een groot
deel van het noordelijk halfrond voor, in ons land is het een algemeen
voorkomende soort. De vruchtlichamen verschijnen meestal in koelere periodes
van de (late) herfst, de winter en het (vroege) voorjaar. In droge toestand
verandert de substantie van geleiachtig tot kraakbeenachtig taai en wordt dan
donkerder van kleur.
Er bestaat ook een kleurloze vorm van de gele trilzwam die
wit doorzichtig is als melkglas.
De naam Tremella is afgeleid van het Latijnse tremellosus
("bevend" of "trillend"). Mesenterica betekent "op het
mesenterium, d.w.z. het middendarmvlies, gelijkend". De Nederlandse naam
"trilzwam" slaat op de geleiachtige structuur van het vruchtlichaam.
De gele trilzwam wordt in Europa niet als een eetbare paddenstoel
beschouwd, hoewel hij in het Verre Oosten voor consumptie wordt verzameld. Daar
staat hij bekend als de “Yunnan golden fungus”. In Aziatische landen wordt hij
ook als geneesmiddel gebruikt bij longaandoeningen. De paddenstoel bevat
polysacchariden met hoestonderdrukkende, anti-asthmatische, bloedsuiker
normaliserende, ontstekings- en tumorgroei remmende eigenschappen.
Info: Wikipedia en zwammeninzuidhorn.nl/
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten