zondag 6 december 2015

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (255)


IJsberen maken een hol in de sneeuw en gaan in winterrust. In de ijszeeën rond Antarctica zwemmen vissen die niet bevriezen en ook veel insecten kunnen goed tegen de kou. Hun geheime wapen? Antivries in het bloed. Mensen hebben dat niet (een enkele alcoholist even buiten beschouwing gelaten), maar bestaan wel voor ruim de helft uit water en daardoor bestaat er gevaar voor bevriezing. We trekken daarom in de winter een dikke jas aan, zetten de verwarming iets hoger en leggen een extra deken o.i.d. op het bed. Ook slakken bestaan voor een groot deel (zelfs 80 procent) uit water, hoe overleven die de winter? 

Zoals voor veel dieren geldt, geldt ook voor de op het land levende slakken dat ze in winterrust gaan. 
Naaktslakken kunnen door afwezigheid van een huisje aardig graven, als de vorst er aan komt graven deze zich dan ook een stuk de bodem in om bevriezing te voorkomen. Huisjesslakken zoeken beschutting onder bladeren, stenen of stukken hout, maar ook bijvoorbeeld in en om het huis. Je vindt ze dan ook vaak in grotere groepen bij elkaar als je een stuk hout in de tuin optilt. Zo beschermen ze zich tegen bevriezen en uitdrogen. Dit koude vermijdende gedrag van de slak is echter niet genoeg. Op het land levende huisjesslakken, waarvan we in Nederland vooral de gewone tuinslak, de segrijnslak en soms de wijngaardslak tegenkomen, hebben meer in hun mars als het aankomt op winterbescherming. Huisjesslakken beschermen zich door het vormen van een ‘epifragma’; een harde afdichting van de schelp. Hierdoor staan de weke delen niet in direct contact met de buitenwereld en wordt de slak ook niet gestoord door binnendringers. Als je in de winter een huisjesslak in de tuin vindt, is de kans groot dat de slak de opening van de schelp met een dergelijk grijs-wit epifragma heeft afgedicht.

De ronde witte doorschijnende bolletjes (links) zijn slakkeneitjes. Slakken leggen hun eitjes in hoopjes van 20 tot 30 vlak onder het grondoppervlak. Na drie weken komen de eitjes uit. De ontwikkeling tot een volwassen slak duurt twee maanden. Het is dus maar de vraag of uit dit late legsel nog slakken komen die de winter zullen overleven. Oud zullen ze zeker niet worden, want landslakken worden gemiddeld zo'n 2 jaar. Eén van de weinige uitzonderingen is de wijngaardslak, de levensduur in het wild is ongeveer 5 jaar. Van in gevangenschap gehouden exemplaren is echter bekend dat ze een leeftijd van meer dan tien jaar kunnen bereiken.

Dus ondanks dat slakken voor het grootste deel uit water bestaan zullen de meesten de winter wel overleven. Voor de tuiniers onder ons geen goed teken, de slakken komen volgend voorjaar gewoon weer tevoorschijn. Voor egels, lijsters, merels, padden en kikkers echter wel een goed teken, die smullen ervan.

Info: spirula.nl/ en naturetoday.com/ (voorheen Natuurbericht).

Foto + tekst: Luit Staghouwer

1 opmerking:

Han zei

Heerlijk, zo'n natuurverhaal op de vroege zondagmorgen.