Bijna iedereen kent wel de citroenvlinder. Het is een mooie
heldergele (mannetje) of bleek groengele (vrouwtje) vlinder. Maar tijdens de vlucht is het
kleurverschil niet altijd even goed te zien.
De citroenvlinder (links) heeft aan de voorvleugel een
puntige vleugelpunt; aan de achtervleugel bevindt zich halverwege de achterrand
een duidelijk puntje. De onderkant van de vleugels is groenachtig van kleur.
Maar niet elke gele vlinder is een citroenvlinder. Toen ik
de vlinder rechts zag vliegen wist ik direct dat het geen citroenvlinder was,
de vlinder had langs de randen op de bovenkant van de vleugels een donkere
band. Het moest wel een luzernevlinder zijn. Beide soorten zijn familie van
elkaar, maar de luzernevlinder komt in ons land veel minder voor dan de
citroenvlinder.
Er zijn oranje luzernevlinders en gele luzernevlinders. Om
te weten welke soort het is moet je de bovenkant van de vleugels goed kunnen
zien. Als je alleen de onderkant ziet, dan is de luzerne vlinder moeilijk op
“kleur” te brengen. De vlinder werkt ook niet echt mee, meestal gaan ze zitten
met de vleugels naar boven geklapt, waardoor je de karakteristieke bovenkant
niet ziet. De onderzijde van de ondervleugel is geelgroen met een duidelijk
omrande stip. Als vuistregel geldt dat bij de onderkant van de oranje
luzernevlinder de voorvleugel iets donkerder is dan de achtervleugel, en bij de
gele luzernevlinder andersom. Helaas is dit verschil op mijn foto niet te zien.
Waarschijnlijk is het een oranje luzernevlinder want die
zijn er op het ogenblik relatief veel. De oranje luzernevlinders komen uit het
Middellandse zee gebied. Daar kunnen ze op vorstvrije plekken de winter
doorkomen en gaan zich dan in het vroege voorjaar noordwaarts uitbreiden. En
dit jaar zat het mee. Tot ver in Spanje was het vochtig en koel, en de oranje
luzernevlinders vonden sappige klaver- en luzernevelden. Ze plantten zich enorm
goed voort, en de volgende generatie trok verder noordwaarts. En ook in
Frankrijk groene landschappen. Toen de wind in juni naar
het zuiden draaide en warme lucht naar ons blies, kwamen de eerste
luzernevlinders bij ons aan. Die legden eitjes en die kwamen eind juli uit.
Aangevuld met trekkers uit het zuiden vliegen ze nu overal in ons land. Ze gaan
zich weer voortplanten en proberen nog een generatie te produceren, die dan in
september en oktober nog vliegt. Tot de eerste nachtvorst een eind zal maken
aan onze luzernevlinders.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten