Rome, we komen!!
Ja, als de piloten en de rest van de staf van de luchtvaartmaatschappij deze keer geen roet in het eten gooien zit ik – op het moment dat de Beijumblogger dit stukje plaatst – in de afdaling naar het vliegveld Leonardo da Vinci/Fiumicino bij Rome. Voor de allerlaatste keer ga ik voor mijn werk naar – wat ik nog steeds vind- de mooiste stad van Europa toe, want pas geleden heb ik het stokje overgedragen aan een college van me, die zich vanaf nu directeur Bedrijfsvoering mag noemen van het ‘Koninklijk Nederlands Instituut te Rome’, zoals het officieel heet.
Ik zat net te berekenen dat het alweer 45 jaar geleden is dat ik voor het eerst deze stad bezocht: ik was toen 17, en we gingen met onze klas op Romereis. En dat ging toen nog niet per vliegtuig, maar per trein. Instappen in Enschede, overstappen in Deventer en Arnhem, de nachttrein naar Milaan, en daar weer overstappen naar Rome. Een heel avontuur: 24 uur in de trein met een dertigtal pubers….het moet voor onze begeleiders een helse klus geweest zijn.
Aankomen op een zwoele oktoberavond op het beroemde station van Rome: Stazione Termini. Daar overstappen op de bus die ons naar een jeugdherberg bij het voormalig Olympisch Dorp bracht. En vervolgens een week lang door de stad en omgeving gesleept worden….iets waar ik alleen maar zoete herinneringen aan heb overgehouden.
Ook als student kwam ik er vaak: onder andere om een paar dagen te studeren in de bibliotheek van wat toen nog het Nederlands Instituut heette. Ik was diep onder de indruk van die bibliotheek en van het statige gebouw zelf, en beloofde mezelf dat ik daar ooit eens zou werken. En zie daar: dertig jaar later, van 2016 tot 2018, mocht ik er werken en had ik de zorg over het gebouw, de bibliotheek, de ICT en het personeel dat aanwezig is in een mooie villa die zich - sinds het instituut in 2004 honderd jaar bestond - ‘Koninklijk’ mocht noemen.
Velen noemden dit de mooiste baan die de Rijksuniversiteit Groningen te vergeven had, en het is waar: er zaten vele mooie kanten aan. Velen ook boden mij de afgelopen jaren aan mijn koffers (die ik nooit had: ik gebruik altijd een heel bescheiden reiskoffertje) wel te willen dragen als ik er weer een paar dagen naartoe ging.
Rome: het blijft wonderlijk hoe ik me er al vanaf 1973 thuis heb gevoeld. Ik ken er de weg, de gebouwen, de Romeinen (niet per sé de aardigste mensensoort, trouwens), de goedkope maar goede restaurants, de prachtige pleinen en de antieke tempels…..ik zal het missen, nu ik er vanaf donderdag 19 april niet vaak meer zal komen. Hoogstens als toerist….want Rome: daar blijf je komen!!
Han Borg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten