Nederland is een land van wilgen en wat mij betreft vooral
een land van knotwilgen. Wie kent niet de landschappen met rijen knotwilgen
langs de slootkant? Wilgen houden van vocht en kunnen tegen natte voeten. Het
is ook een gemakkelijke boom, steek een wilgentak in de grond en een paar jaar
later heb je een boom.
In het vroege voorjaar zijn de takken van de wilg bedekt
met fluweelzachte zilveren katjes, later vallen vooral de mooie gele,
mannelijke katjes op. Wilgen zijn tweehuizig. Mannelijke bloemen (alleen met
meeldraden) en vrouwelijke bloemen (alleen met stampers) komen dus op
afzonderlijke bomen voor. De wilgenkatjes bloeien afhankelijk van de soort, vóór,
tegelijk met of net na de bladvorming. De opvallende gele, mannelijke katjes
trekken tal van insecten, die zodoende meewerken aan de bestuiving. De
vrouwelijke katjes zijn groengrijs van kleur.
Het stuifmeel van de wilg wordt zowel door de wind als door
insecten verspreid. De (mannelijke) stuifmeelkorrels komen in aanraking met de
zaadknoppen in de (vrouwelijke) stampers en de bevruchting vindt plaats. Uit de
zaadknoppen ontstaan de zaadjes. De vederlichte zaadjes met een “kuif” van
haren worden door de wind verspreid. Zaadjes die op een geschikte plaats
terechtkomen, kiemen spoedig. Een kale ondergrond is een voorwaarde voor
kieming. Daarom typeren we de wilg ook wel als een rasechte pionier.
Op De Wiershoeck staan verschillende soorten wilgen. De mannelijke
katjes van de “gewone” wilg en van de bandwilg worden bezocht door
verschillende soorten insecten. Op de “gewone” wilg zag ik o.a. aardhommel
(lb), bijvlieg (rb) en honingbij (ro). Op de langere,
smallere katjes van de bandwilg (lo) zag ik een muurwesp. Dat wil zeggen ik
denk dat het een muurwesp is. Er zijn verschillende soorten muurwespen en ze
lijken sterk op elkaar. Maar er zijn ook nog enkele andere wespensoorten die
sterk lijken op de muurwesp.
Info: Gardensafari, Wikipedia en Biesbosch.nu
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten