Al een paar keer eerder kwam ik deze opvallend witbehaarde
bij tegen. Hij is duidelijk kleiner dan de werkster van de honingbij. Via de
Bijenhelpdesk kwam ik te weten dat het een mannetje witbaardzandbij is. Zowel
vrouwtjes als mannetjes zijn 10 tot 12 mm lang. De bovenkant van het borststuk van
het vrouwtje is bruinachtig behaard, met smalle witte bandjes. De kop en het
borststuk van het mannetje zijn grijsachtig behaard, het achterlijf is dun
witachtig behaard, glanzend en fijn gerimpeld. Dwars over het achterlijf lopen
enkele witte haarbandjes.
Het is een algemene bij van de zandgronden. Minder in het
stedelijk gebied. Nesten worden in de grond gegraven op niet of weinig
begroeide plekken (ook tussen straatstenen), soms in grote groepen bij elkaar.
In de duinen weet dit bijtje in het rulle duinzand perfect haar nest terug te
vinden. Geurstoffen leiden haar naar de juiste plek. Er is geen nest te zien,
maar het vrouwtje worstelt zich door het zand naar de ingang van het nest dat
onder het zand verborgen ligt.
De bij vliegt in de maanden maart t/m juli. In het vroege
voorjaar vliegt de bij hoofdzakelijk op wilg, later ook op andere planten. De
planten kunnen 300-400 meter van het nest liggen.
Hebben honingbijen en enkele soorten hommels een sociale
levenswijze, de solitaire bij (wilde bij) doet alles alleen: nestmaken,
voedselzoeken, eileggen. Soms liggen de nesten dicht bij elkaar en vormen
kolonies maar dat hoeft niet. Soms wordt dezelfde hoofdingang van het nest
gebruikt maar ook dat hangt van de soort af.
Solitaire bijen kunnen op heel verschillende plekken hun
nest maken, het verschilt per soort. De meeste soorten wilde bijen maken een
nest in (zand)grond, soms gewoon verticaal naar beneden, anderen graven
horizontaal in een talud of dijk. Weer anderen kauwen zelf een nestholte uit in
verrot hout of gebruiken oude kevergangen in dood hout. Maar ook holtes in
stenen muren of holle rietstengels worden, afhankelijk van de soort, als
nestlocatie gekozen. Harsbijen bouwen hun eigen kleine broedcelletje van leem
en hars, dat ze van de bomen halen. Afwerking van de binnenzijde kan met
stukjes blad (behangersbij) of met harige vezels van planten (wolbijen),
zijdebijen gebruiken een zelfgemaakte vloeistof die na opdroging een
zijdeachtige glans heeft.
Vrouwtjes leven maar enkele weken, mannelijke bijen leven
nog korter dan de vrouwelijke bijen. De mannen komen na de winter eerder te
voorschijn en zoeken alle mogelijke plaatsen af waar vrouwtjes te verwachten
zijn. Na de paring is hun levenstaak volbracht, maar ze sterven meestal pas na
enkele weken. De nakomelingen overwinteren in de broedcel, soms als larve, soms
als pop en soms als imago.
Mannelijke bijen hebben overigens
nooit een angel. En omdat solitaire bijen geen volk te verdedigen hebben,
steken ze ons nooit!
Info: denederlandsebijen.nl, wildebijen.nl, bijenhouders.nl
en Wikipedia
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten