Ooit - zo’n dertig jaar geleden - werkte ik voor de KRO, toen nog een overwegend katholieke radio- en TV-organisatie. Wekelijks reed ik één a twee keer van Groningen naar Hilversum, en voor reportages en interviews (over harmonie-orkesten en fanfares bijvoorbeeld) moest ik ook vaak in Limburg of Brabant zijn.
Het was een geweldig leuke tijd, ook omdat het radiowerk betrof. Mijn hoofd op TV heb ik nooit willen meemaken. Als ik mezelf op sporadische camera-opnames zag, dan viel me altijd op wat voor gekke bekken ik dan kon trekken. Dat zie je niet op de radio, dus lag bij dat laatste medium ook mijn voorkeur.
Op zaterdagmiddag met de trein naar Hilversum, snel mijn tas in het vaste hotel afleveren, even een hapje eten, en dan naar de studio aan de Emmastraat, waar ik na het nieuws van acht uur ‘s avonds vier uur lang programma’s op de klassieke zender Radio4 aan elkaar mocht praten. En dan om middernacht weer naar mijn hotel voor een korte nacht, want om 7 uur ‘s ochtends moest ik alweer op het Mediapark zijn om daar een vroeg nieuwsprogramma van de katholieke omroep op Radio1 aan te kondigen. Een uurtje om te ontbijten, en gelijk weer terug naar de studio, voor de aan- en afkondiging van de Eucharistieviering die toen nog wekelijks op Radio4 werd uitgezonden.
Ach ja, een leuke periode.....vooral ook vanwege een ‘eigen’ programma over amateurmuziek, ‘Zin in muziek’ geheten. Dat namen we op vrijdagmorgen op, wat betekende dat ik al om 6.45u in de trein naar Hilversum zat en in de loop van de middag weer naar de Martinistad terugkeerde.
Hoe ik daar in Hilversum verzeild raakte is een verhaal apart: een netwerk, een toevallige ontmoeting tussen twee mensen in dat netwerk, en een stem, die kennelijk aangenaam genoeg was om naar te luisteren. Voorwaarde was wel dat ik ‘accentloos’ zou kunnen spreken, en hoewel ik een Twentse achtergrond had en daarna al jaren in Groningen woonde, leek dat het geval te zijn. Toch werd ik door mijn begeleider/mentor wel eens gewezen op dialectgebruik. Een berucht geval was de melding van de tijd, live op de zaterdagavond. Ik zei eens: “Luisteraars: het is twintig over tien en bij de KRO op Radio4 hoort u nu de Orgelrubriek”. Gelijk na mijn aankondiging werd ik gebeld door mijn mentor (die trouwens zijn jeugd in Haren had doorgebracht), en die wat bozig zei dat ik dat anders moest zeggen. Het had ‘tien voor half elf’ moeten zijn....dát was correct Nederlands. Sindsdien corrigeer ik mezelf nog steeds op dat punt, want ja: netjes Nederlands spreken is natuurlijk wel zo fijn.
Maar.....wat is het heerlijk om af en toe weer Twents te spreken (nich zo noäln!), of tijdens een vergadering ‘nait soez’n’ te roepen, als iemand een eindje weg zit te zeuren. Die Nedersaksische gemoedelijkheid hebben ze er in Hilversum lekker niet uit weten te meppen. De regiowarmte, noem ik dat. Ik ben er trots op dat mijn wortels in het oosten van het land liggen, én ik ben er trots op al 43 jaar Stadjer te mogen zijn, waarvan al dertig jaar in Beijum.....
Han Borg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten