Bijvlieg op strobloem. Het is niet verrassend dat er op De Wiershoeck ook strobloemen staan, want deze bloemen zijn niet alleen geschikt als snijbloem maar kunnen ook heel goed worden gedroogd. Strobloemen zijn er uiteraard ook in verschillende soorten. De officiƫle naam is Helicryse, deze naam is afgeleid van de Griekse woorden helios (zon) en chrysos (goud). Dit is dan bij uitstek van toepassing op de Helichrysum italicum, een gele strobloem die ook wel kerrieplant wordt genoemd.
De strobloem op de foto is echter een Helichrysum bracteatum monstrosum, een bloem die in verschillende kleuren mooi staat te zijn. De bloemen behouden hun heldere kleur, ook als ze worden gedroogd. Ze zijn min of meer “onsterfelijk”. In het Frans wordt de strobloem daarom “immortelle” genoemd. In Nederland noemen we de plant strobloem omdat de bloemen langzaam verdrogen en vaak een onmisbaar onderdeel van droogboeketten zijn.
Niet alleen strobloemen zijn er in soorten, bijvliegen ook. Ze lijken niet allemaal als twee druppels water op elkaar, maar de kleine bijvlieg en de puntbijvlieg zouden wat mij betreft een eeneiige tweeling kunnen zijn. Toch zijn er verschillen. Zo is het “pterostigma”, het donkere vlekje op de vleugelrand, bij de puntbijvlieg meer breed dan lang en bij de kleine bijvlieg is het langwerpig. Bij de libellen zijn pterostigmata aanwezig op beide paren vleugels en dikwijls wel goed zichtbaar. Ook schijnen er verschillen te zitten in de witte ringen op de segmenten.
Waarschijnlijk is de bijvlieg op de foto een vrouwtje kleine bijvlieg. Even nadat ik deze foto maakte vloog er een tweede bijvlieg boven deze bijvlieg. Mannetjes kleine bijvliegen zijn bijna voortdurend op zoek naar vrouwtjes. Voordat er wordt gepaard zweven de mannetjes als een soort paringsdans boven de vrouwtjes terwijl deze foerageert op bloemen. En dat is precies wat er gebeurde.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
zondag 25 september 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten